:ONOMISCH DEBAT 103 literatuur worden hier verschillende verklaringen voor gegeven. Bierens de Haan geeft in feite twee oorzaken: ongunstige economische omstandigheden en partijtwisten tus sen patriotten en orangisten. Mijnhardt legt de oorzaak van het echec bij de botsende welvaartsbeelden tussen de middengroepen (bescherming binnenlandse fabrieken) en de regenten (vrije handel) die allebei lid waren van de Maatschappij. Mijns inziens speelde dus ook de organisatiestructuur van de Maatschappij een rol. De particuliere belangen van de afzonderlijke departementen botsten vaak met elkaar of botsten met de nationale belangen van het hoofdbestuur. Bierens de Haan, Van Oeconomiscbe Tak70- 76; Mijnhardt, Tot Heil, 109-110. 30 W. Mijnhardt, 'De Zeeuwse burger en zijn Teeken Collegie', in: K. Heyning en G. van Herwijnen (red.), 'Om prijs en plaats. De Middelburgse Teeken Akademie 1778-2003, Middelburg 2004, 9-26. 1 Trimpe Burger-Mekking, 'Prijsvragen', 126-128, 133. ■2 Geciteerd bij: P.C.H. Overmeer, De economische denkbeelden van Gijsbert Karei van Hogendorp (1762-1834), Tilburg 1982, 155. >3 Zie het artikel van Paul Brusse in dit jaarboek. d Brusse en van den Broeke, Provincie24-73. >5 P.J. Bouman, Geschiedenis van den Zeeuwschen Landbouw in de negentiende en tivintigste eeuw en van de Zeeuwsche Landbouiv-Maatschappij 1843-1943, Wageningen 1946, 388. 36 ZA, Archief van het Departement Middelburg/Zeeland van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel, inv.nrs. 1-3. J.M.G. van der Poel, Heren en boeren, Wageningen 1949; Bouman, Geschiedenis van den Zeeuwschen Landbouw386-394; J.M.G. van der Poel, 'Landbouw in de Noordelijke Nederlanden 1770-1840', in: Algemene Geschiedenis der Nederlanden, dl. 10, Haarlem 1981, 159-169. ''8 P. Pous, Onderzoek naar de geschiktheid der stad Middelburg tot den handel op en van Oost-Indien, en of het belang der Bataafse Republicq medebrengt, clat een gedeelte derzelve aldaar gevestigd blyveMiddelburg 1802, 2. N P. Pous, Verhandeling over de noodzttaklykheid dat de handel op de Oost-Indische bezittin gen der Bataafsche Republiecqby voortduuring door een uitsluitend lichaam gedreeven word. Middelburg 1802; P. Pous, Onderzoek naar de geschiktheid der stad Middelburg tot den handel op en van Oost-Indien, en of het belang der Bataafsche Republicq medebrengt, dat een gedeelte derzelve aldaar gevestigd blyve, Middelburg 1802. Zie over de denkbeel den van Dirk van Hogendorp: L. Turksma, Wisselend lot in een woelige tijd: Van Hogendorp, Krayenhoff Chassé en fanssens, generaals in Bataafs-Franse dienstWestervoort 2005,36-41. 30 P. Pous, Onderzoek of het voor het belang van den Nederlandschen Handel raadzaam zij den invoer van thee in dat koninkrijk al dan niet vrij te stellenMiddelburg 1817. 11 P. Pous, Beschouwing van de mogelijkheid om de zoo schadelijke en thans zoo algemeen toe nemende Bedelarij in de Bataafsche Republiecq geheel uitteroeijen en van het voordeel 't geert daar door aan de inwooners van dezelve zoude kunnen ivorden toegebragt, Middelburg 1801. 2 P. Pous, 'Berigt wegens de Kweekschool voor den Landbouw van den heer P. Pous, op het eiland Walcheren, Provincie Zeeland', De Vriend des Vaderlands 1 (1827) 328-336; J.L. Kool-Blokland, De zorg gewogen. Zeven eeuwen godshuizen in Middelburg, Middelburg 1990, hfd. 28; M. Kleijwegt, Mr. Pi eter Pous en zijn kweekschool voor den landbouw (ongepubliceerde doctoraalscriptie 1988). 43 Zeeuwse Bibliotheek (ZB), hs. 3933: 'Aanspraak van Mr. P. Pous aangaande het voor deel en den pligt om arme kinderen tot werkzaamheid op te leiden: bijzonder tot den Landbouw.' (5-1-1820); P. Pous, Bedenkingen over de vraag of de vrije en onbelemmerde invoer van granen, ten allen tijde voor otts vaderland nuttig en noodzakelijk is. Middelburg 1824; P. Pous, Gedachten over den Landbouw, en hoe de landman in ons vaderland bij de lage prijzen der tarwe kan blijven bestaan, Middelburg 1835.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2006 | | pagina 105