BEZIT VAN HEERLIJKHEDEN 157 Noten 1 A.S. de Blécourc, Ambacht en gemeente; de regeering van een Hollandsch dorp gedurende de 17de18de en 19de eeuwZutphen 1912; J.V. Rijpperda Wierdsma, Politie en justi tie,een studie over Hollandscben staatsbouiv tijdens de RepubliekZwolle 1937; J.L. van der Gouw, Het ambacht Voorschoten, Voorburg 1956. 2 D. Aren, 'Als het gewelf comt...'; politiek en economie in Holland benoorden het IJ, 1500- 1800Hilversum 1995. 3 A. Delahaye, Vossemeer, land van 1000 heren, z.pl. 1969. 4 Zie voor het ontstaan en de ontwikkeling van heerlijkheden in de Middeleeuwen: C. Dekker, Zuid-Beveland; de historischegeografie en de instellingen van een Zeeuws eiland in de Middeleeuwen, Krabbendijke 1982. 5 A.S. de Blécourt, Kort begrip van het oud-vaderlands burgerlijk rechtGroningen 1967 (bew. door H.F.W.D. Fischer). 6 Ambachtsvrouwen waren in de minderheid. Omwille van de leesbaarheid van de tekst heb ik ervoor gekozen om in algemene zin te spreken van ambachtsheren waar ook ambachtsvrouwen worden bedoeld. 7 Zeeuws Archief (ZA), Archief Rekenkamer D, inv.nr. 69371b. S Zie voor de ambachtssplitsing in de Middeleeuwen: Dekker, Zuid-Beveland, 392-393, 468 e.v. 9 Delahaye, Vossemeer, 59, 77, geeft de gang van zaken in Vossemeer weer. 10 M. Smallegange, Nieuwe cronyk van Zeeland, Middelburg 1696, 651. 11 Het recht om te eisen dat alle koren in de heerlijkheid op de eigen molen gemalen moest worden. Dit recht werd ook wel het 'recht van de wind' genoemd. 12 Het recht om schorren (gorsen), dijken en wegen te beweiden of het gras te maaien en te hooien. 13 G. Homan, 'De ambachtsheerlijke rechten in Zeeland en het recht van aanwas in het bijzonder', Archief, vroegere en latere mededelingen voornamelijk in betrekking tot Zeeland, 1962, 6-7, 19. 14 Placcaet Dat de Ondersaten ten platte Lande gehouden zyn, ieder op zyn beurte, twee dagen in 't Jaar, haare Ambagts-heeren met Wagens en Paarden te dienen, Gearresteerd den 15 November 1678, Middelburg 1678. 15 ZA, Archief ambachtsheerlijkheid Bruinisse, inv.nr. 16: opgave der ambachtsheerlijke rechten van Bruinisse, 1795- 16 K. Baart, Westkapelle, hare bevolking, Westkapelsche dijk, Middelburg 1889, 103. 17 F.C.J. Ketelaar, Oude zakelijke rechten; vroeger, nu en in de toekomst, Leiden/Zwolle 1978, 34-35. 18 M.J.A.V. Koeken, Van stads- en plattelandsbestuur naar gemeentebestuur; proeve van een geschiedenis van ontstaan en ontwikkeling van het Nederlandse gemeentebestuur tot en met de Gemeentewet van 1851, 's-Gravenhage 1973, 105-106. 19 Deductie en adstructive memorie van wege een aantal ambachtsheeren in Zeeland aan de provisionele repraesentanten van hetzelve volk ter voldoening aan de resolutien van den 3- april en 4. augustus 1795 overgebracht, Middelburg 1795. 20 Koeken, Van stads- en plattelandsbestuur naar gemeentebestuur, 143, 157, 163. Ketelaar, Oude zakelijke rechten, 35. 21 Koeken, Van stads- en plattelandsbestuur naar gemeentebestuur, 211-212. 22 Koeken, Van stads- en plattelandsbestuur naar gemeentebestuur, 249-251 23 Ketelaar, Oude zakelijke rechten, 59-63. 24 Volgens een bepaling uit de keur van 1495. Gecommitteerde Raden van Zeeland voeg-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2006 | | pagina 159