BALANS TUSSEN STAD EN PLATTELAND 17 afzonderlijke processen schuil: vervlechting van steden tot nauw samenhangende stedensystemen, demografische urbanisatie dat wil zeggen dat de bevolking in de steden sneller groeit dan in een regio als geheel - en ten slotte de ontwikkeling van een verstedelijkt gedragspatroon dat zich duidelijk onderscheidt van dat op het platteland." Het enige gebied dat in de vroegmoderne tijd aan al deze voorwaarden voldeed, was het westen van de Nederlandse Republiek. Hier raakten de steden opgenomen in regionale en internationale netwerken, was er sprake van demogra fische urbanisatie op een niveau dat in Engeland pas in de tweede helft van de negentiende eeuw zou worden bereikt, en ontwikkelde zich een typisch stedelijk cultuurpatroon dat ook het platteland diepgaand beïnvloedde. Ook nu, ongeveer driehonderd jaar later, verkeert Nederland in de top tien van de meest geürbaniseerde landen ter wereld. Stadstaten als Hong Kong en Singapore voeren die top aan, maar Nederland slaat in relatie tot de oppervlakte een goed figuur.7 Dat grootse stedelijke verleden en die contemporaine parallellie samen dreigen te verhullen dat in de eeuwen tussen 1700 en 1900 de Nederlandse samen leving er beduidend anders heeft uitgezien. Voor Europese reizigers in de negen tiende eeuw was Nederland in eerste instantie een agrarisch land. Bestudering van Baedekers uit het midden van de negentiende eeuw maakt dat onmiddellijk dui delijk. Voor de auteurs van deze reisgidsen was België bijvoorbeeld een dynami sche verstedelijkte en Nederland een verstilde agrarische natie.8 De grote aantallen buitenlandse kunstenaars die Nederland in deze periode bezochten, waren op zoek naar het land van Rembrandt, Vermeer en Hals, maar vonden het echte Hollandse in het licht boven de polders, in de klederdrachten van boeren en vissers en dat alles tegen een achtergrond van windmolens, kleine dorpen en bloeiende bollen velden. Wanneer steden al in hun blikveld kwamen, ging het om de dode steden, de Villes mortes du Zuiderzee', waar het moderne leven uit was verdwenen, zoals de Franse auteur en schilder Henri Havard ze in 1874 had beschreven.'' Dat agra rische Nederland, dat uitblonk door deugd, godsvrucht en oprechte trouw, was ook al vereeuwigd door Mary Mapes Dodge in haar The silver skates, a story of life in Holland (Boston, 1865) en werd zelfs een beeldmerk om Amerikaanse consu menten te overtuigen van het rustieke karakter van een grote variëteit aan com merciële producten"1. In de Nederlandse literatuur van de negentiende eeuw is die landelijke inslag ook zonder enige moeite aanwijsbaar." Het ging hier allereerst om literaire en artistieke observaties, maar geheel versto ken van een empirische basis waren ze niet. Al in de late zeventiende eeuw was een langdurige teruggang van de stedelijke bevolking begonnen, vooral in het westen en het noorden van Nederland, een proces dat een hoogtepunt had in de periode 1780-1815.'' In de loop van de negentiende eeuw zou zich dit zich langzaam her stellen, maar het verstedelijkingsniveau van 1680 zou Holland eerst weer rond 1900 bereiken.'" Niet alleen havensteden als Amsterdam en Middelburg waren hiervan het slachtoffer, maar ook van visserij of industrie afhankelijke plaatsen zoals Leiden en Zierikzee. Daartegenover stond een sterke groei van de bevolking op het platteland. Alleen steden met een agrarisch-regionale verzorgingsfunctie lie ten nog groei zien. Die bevolkingstoename op het platteland vond vooral in het oosten plaats, maar na verloop van tijd zou ook het noorden profiteren van de agrarische bloei." Eerst na 1900 en vooral na 1950 zou de Nederlandse urbanisa tie weer grootschalige vormen aannemen.15 Met de stad als uitgangspunt kunnen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2006 | | pagina 19