20 BALANS TUSSEN STAD EN PLATTELAND zelfs wanneer de overheid dat gewild zou hebben. Van veel groter belang is het stadsleven zelf geweest. De vaardigheid in het schipperen bleef niet beperkt tot het stedelijke regentenpa triciaat. Ook de stedelijke bevolking van de Republiek had hiertoe allerlei mecha nismen ontwikkeld. De Nederlandse steden ten tijde van het Ancien Regime waren overvol. In deze context krijgen de informele buurtorganisaties die vaak niet meer dan enkele stegen en sloppen omvatten, hun eigenlijke betekenis.25 Voornaamste doel van de 'gebuyrten was het bestendigen van de goede verhou dingen en daarmee van orde en rust in de buurt. Dankzij hun werk kwamen veel kwesties nooit bij justitie terecht. Voor allerlei zaken bestond in de Nederlandse stedelijke samenleving van het Ancien Regime een indrukwekkend zelfregulerend systeem van sociale controle, met behulp waarvan de stedelingen hadden geleerd te geven en te nemen. Sleutelbegrip was ook hier een relatieve tolerantie die zel den principieel van aard was, maar als hoogste doel het bewaren van de onderlin ge goede verhoudingen had. Zonder de permanente immigratie was van die tolerantie echter niet veel terecht gekomen. In de zeventiende eeuw vestigde zich meer dan een miljoen immigran ten in de Nederlandse kuststeden en slechts een derde daarvan was afkomstig van het Nederlandse platteland. Duitsland en Scandinavië leverden vooral onge schoolde werknemers, terwijl vanuit het Zuiden in twee golven vooral drukkers, predikanten, geleerden, ondernemers en geschoolde ambachtslieden de Republiek binnentrokken. Het resultaat was een indrukwekkende diversiteit: geografisch, linguïstisch, sociaal en niet te vergeten religieus. Samen met de voor de stedelijke economie van de Republiek zo kenmerkende arbeidsdeling leverde dit een hoogst ingewikkeld stelsel van gekruiste en wisselende loyaliteiten op. Omdat alleen bruut geweld een zo complexe samenleving tot gedragsuniformiteit zou hebben kunnen dwingen, was non-conformisme geen buitenissigheid en bood het stedelijke milieu het individu telkens weer andere mogelijkheden boven de werkelijkheid uit te stijgen en vernieuwende ideeën te produceren die uiteindelijk ook de stedelijke verhoudingen zelf zouden veranderen. Verandering was in de Nederlandse stedeli jke cultuur aan de orde van de dag. De snelheid waarmee in de Republiek stad en land van gedaante verwisselden, moet de tijdgenoot hebben verbijsterd. In het bestek van een paar generaties moesten steden steeds weer opnieuw worden uitgelegd, werden compleet nieuwe wijken uit de grond gestampt en werden tegen exorbitant hoge kosten muren en fortificaties verplaatst. Op het platteland werden meren drooggelegd, kanalen gegraven en nieuwe wegen aangelegd. De omgeving waarin mensen woonden, was hoogstens voor een decennium vertrouwd of er traden alweer nieuwe veranderingen op. De ingrijpendste verandering is geweest dat de stad-plattelandsverhouding, die sinds mensenheugenis praktisch onveranderd was gebleven, in de Republiek totaal op haar kop werd gezet. In de Hollands-Zeeuwse kuststrook was nu het platteland van de steden afhankelijk geraakt voor zijn basisvoedselvoorziening. De groot schalige graanimporten uit het Baltisch gebied die niet alleen de steden maar ook het platteland van hun dagelijks brood voorzagen, schiepen de ruimte voor agra rische productvernieuwing. Daarbij kwam dat stad en scheepvaart een nog niet eerder vertoonde behoefte aan tuinbouw en vleesproducten in het leven hadden geroepen. Resultaat was een ongekende atomisering en commercialisering van de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2006 | | pagina 22