34 BALANS TUSSEN STAD EN PLATTELAND sprak en schreef graag.s0 Ook Halbertsma had grote verwachtingen van het volk. Zelfs zonder nadere opleiding had het volk een grote maatschappelijke betekenis. In hun oorspronkelijke taal, gewoonten en gebruiken zouden de ongecorrum peerde elementen van de oude, instinctieve en positief te waarderen volksbescha ving nog steeds aanwezig zijn. Die traditionele volksbeschaving was nog uitsluitend te vinden op het Friese plat teland. Daar trof men een regionale cultuur aan die bovendien een ideale Friese mix vormde van democratie en aristocratie, omdat hier pachter en landheer, jon ker en dorpeling nog ongedwongen met elkaar omgingen, een cultuur tenslotte, die gesitueerd werd in de periode van voor de Opstand. Met die positieve duiding van deze oorspronkelijk Friese plattelandscultuur sloot Halbertsma aan bij de Europese ontwikkelingen, die hij dankzij zijn lectuur en correspondentie goed kende. Dat neemt niet weg dat die Friese plattelandscultuur een constructie was. Een wensdroom van een hogere burgerij, die zich haar geschiedenis bewust gewor den was, kennis had genomen van de Europese intellectuele modes en haar verle den de geur van geciviliseerde onbeschaafdheid wilde meegeven. In Zeeland zien we een gelijksoortige ontwikkeling. Ook al hebben we nu inzicht in de contouren van dit debat over de relatieve cul turele betekenis van de stads- en plattelandsbevolking in de eerste helft van de negentiende eeuw, er is nog veel onduidelijk. Opmerkelijk is wel dat zelfs het Nut aanvankelijk kampioen van de stedelijke revitalisatie langzamerhand de bakens verzette. De Maatschappij begon steeds meer volksboeken voor de plattelandsbe volking te produceren en ook bij leden en departementen verschoof het zwaarte punt van de steden naar het platteland. Treffend in dit verband is ook de groeien de belangstelling voor de kleding en gebruiken op het platteland. Juist omdat kle derdrachten maar zelden berustten op reële oude gewoonten en gebruiken, maar in de praktijk 'invented traditions' waren, geven ze aan hoezeer het platteland op zoek was naar een eigen identiteit ten opzichte van de stad, een. proces waarbij ste delijke intellectuelen vaak de hoofdrol speelden."1 Ook in de literatuur is de verschuiving in de stad-plattelandsverhoudingen terug te vinden. Allereerst is er natuurlijk de verheerlijking van het landleven, die nu in vergelijking met de zeventiende eeuw een ander karakter had gekregen en beter aansloot bij de Europese ontwikkelingen. Natuur werd bij uitstek in het oosten van het land gesitueerd. Daar was immers de natuur nog het minst door stedelijke expansie aangetast en in pastorale vorm voorhanden. Elizabeth Maria Post is van deze richting wel de sprekendste vertegenwoordiger."- Minstens zo interessant zijn de romans van Wolff en Deken. Hun verheerlijking van de burger markeert de transformatie die dit begrip in deze periode ondergaat. Burgers zijn geen stedelin gen meer maar bewoners van Nederland of ze nu op het platteland of in de stad wonen. Ze hebben allen gelijke rechten en dienen allen eenzelfde gedragscode te volgen. De tegenstelling tussen stad en platteland was daarmee, op zijn minst op moreel niveau, gesublimeerd.83 Het is heel goed mogelijk de hervormingen van de staat na 1795 waarin de nadruk zo sterk lag op het nationale in onderwijs, belasting en welvaartspolitiek, als een uiting van eenzelfde behoefte te beschou wen: het opheffen van de tegenstelling tussen stad en land, tussen oost en west en zelfs tussen de verschillende godsdienstige gezindten, maar dan wel onder de uit drukkelijke leiding van een landelijke stand al zouden de nieuwe vorsten met

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2006 | | pagina 36