36 BALANS TUSSEN STAD EN PLATTELAND nog iets te maken en presenteerde hij zijn landbouwutopie om als gids naar de toe komst te dienen. Dat zijn gedachten dertig jaar later nog steeds relevant werden beschouwd, blijkt uit de herdruk ervan in 1824.ss Het moge nu duidelijk zijn waarom Nederlandse verlichters van de late achttien de eeuw met een vertegenwoordiger van de vroege Verlichting als Pieter de la Court weinig konden beginnen. De Ia Court had geschreven vanuit een verstede lijkte mercantiele wereld die honderd jaar definitief verdwenen leek en waarvan een groeiend aantal schrijvers hoopte dat deze ook nooit meer zou terugkeren. Eerst in de tweede helft van de negentiende eeuw zou het werk van De la Court een bescheiden herleving ondervinden. Maar toen stond de Nederlandse verstede lijking al weer aan de vooravond van een nieuwe opmars.89 Besluit Na 1850 keerde langzamerhand het tij en begon een nieuw tijdvak, het derde, gekenmerkt door industrialisatie, bevolkingsgroei, sociale differentiatie en vooral ook toenemende scholing aan de onderkant van het onderwijsgebouw. Gezamenlijk brachten ze de urbanisatiemotor weer op gang. Tussen 1850 en 1900 nam het aantal leerlingen van het lager onderwijssysteem dramatisch toe. Ook de aantallen ulo's en muio's, scholen voor vormen van (meer) uitgebreid lager onder wijs, groeiden sterk, evenals de aantallen leerlingen. Alfabetisme werd de norm, zelfs in Brabant en Limburg, en de voornaamste grondslag voor sociale en beroeps- mobiliteit.1'10 Middelbaar en universitair onderwijs werden eveneens hervormd en aan de nieuwe eisen van de tijd aangepast. In de laatste decennia van de negen tiende eeuw bleef het aantal leerlingen en studenten dat deze gemoderniseerde instellingen afleverden, nog klein. Eerst in de vroege twintigste eeuw zouden de bestaande maatschappelijke verhoudingen effectief worden ondergraven.01 Van een nieuw elan en van nieuwe idealen was wel sprake. De intellectuele generaties die de bewegingen van tachtig en negentig gestalte zouden geven, getuigden hiervan.92 De nieuwe middenklasse, die het product van de maatschappelijke verschuivingen was, zou ook steeds meer de politieke dienst gaan uitmaken. Zij zouden de drij vende kracht worden achter de poging tot industriële vernieuwing. De Zeeuwse casus is hiervan een treffende illustratie."- Aan het einde van de negentiende eeuw had Nederland zich in de ogen van de tijd genoten, geïnspireerd en gelouterd door internationale vergelijkingen, weer een eigen volwaardige plaats in de wereld weten te verwerven. Nederland was einde lijk 'geen uitgebluschte natie meer', schreef de historicus Hajo Brugmans opge lucht in 1913 bij de herdenking van honderd jaar bevrijding van het Franse juk. Het agrarische tijdvak, waarin de stad-plattelandsverhouding een dramatisch ander beeld te zien had gegeven, werd, toen Nederland dankzij de weer draaiende urbanisatiemachine opnieuw volop meedeed, als het 'oude, afgeleefde Nederland' afgeschilderd. Dit tweede tijdvak van de vaderlandse historie moest misschien nog wel worden bewaard, maar op zijn best in het depot en zeker niet te vaak getoond.9' Daarmee begon de verguizing van een fascinerende periode uit de Nederlandse geschiedenis die het NWO-programma Desurbanisatie weer in het middelpunt van de belangstelling probeert te plaatsen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2006 | | pagina 38