BALANS TUSSEN STAD EN PLATTELAND 39 38 R. van Stipriaan, Het volle leven. Nederlandse literatuur en cultuur ten tijde van de Republiek (circa 1550-1800), Amsterdam 2002, 66-86; Inger Leemans, 'De weg naar de hel is geplaveid met boeken over de bijbel. Vrijgeest en veelschrijver Willem Goeree (1635-1711)', Nederlandse Letterkunde 9 (2004) 255-273; Arianne Baggerman, Een drukkend gewicht, Amsterdam 1993. 39 Vgi. o.a. Joost Kloek, Inger Leemans en Wijnand. Mijnhardt (red.), De openhertige Juffrouw of d'Ontdektegeveinsdheid, Leiden 1998. 40 Inger Leemans, Het woord is aan de onderkant. Radicale ideeën in Nederlandse pornogra fische romans, Nijmegen 2002. 41 Jori Zijlmans, Vriendenkringen in de zeventiende eeuw, Den Haag 1999. 42 Wiep van Bunge, From Stevin to Spinoza, Leiden 2001. 43 Karei Davids, 'Amsterdam as a centre of learning in the Dutch Golden Age', in: Pat O'Brien, Urban Achievement in Early Modern Europe, Cambridge 2001, 305-325. 44 Andrew Fix, Fallen Angels: Balthasar Bekker, Spirit Belief and Confessionalism in the Seventeenth-Century Dutch Republic, Dordrecht 1999; Michiel Wielema, The March of the LibertinesHilversum 2004. 45 W.W. Mijnhardt, 'The Construction of Silence. Religious and Political Radicalism in Dutch History', in: Wiep van Bunge (ed.), The Early Enlightenment in the Dutch Republic, Leiden 2002, 231-262. 46 Hans Blom, Morality and Causality in Dutch Politics. The Rise of Naturalism in Dutch Seventeenth-Century Political Thought, Utrecht 1995; W.W. Mijnhardt, 'The limits of present-day historiography of republicanism', De Achttiende Eeuw 37 (2005) 75-89; W.W. Mijnhardt, 'A reply to Wyger Velema - on the historiography of republicanism', De Achttiende Eeuw 37 (2005) 203-205; Theo van Tijn, De menschelicke sociëteit: beschouwingen over staat en maatschappij in het zeventiende-eeuwse Holland, Utrecht 1992. 47 Pieter de La Court, Aanwijsing der heilsame politikeGronden en Maximen van de Republike van Holland en West-VrieslandLeiden en Rotterdam 1669, 361-365. 48 De Vries en Van der Woude, First Modern Economy, 57-80; voor een lijst van de bevol kingsontwikkeling per stad: Piet Lourens, Inwonertallen van Nederlandse steden ca 1300- 1800, Amsterdam 1997. 49 Zie bijvoorbeeld de casestudies van Herman Diederiks: Een stad in achteruitgang. Sociaal-economische studies over Leiden in de achttiende eeuw, Leiden 1978 en Een stad in verval: Amsterdam omstreeks 1800, Amsterdam 1982. 50 Vgl. W. Fritschy, De patriotten en de financiën van de Bataafse Republiek's-Gravenhage 1988, 77-118; De Vries en Van der Woude, The First Modern Economy, 159-163. 51 Van Zanden en Van Riel, Strictures196-203; Jan Luiten van Zanden, The Transformation of European agriculture in the nineteenth century: the case of the Netherlands, Amsterdam 1993. 52 De Vries en Van der Woude, First Modern Economy607-664. 53 Verstegen, Gegoede ingezetenen-, Yme Kuiper, Adel in Friesland 1780-1880, Groningen 1993; A.J. Mensema, De ridderschap van Overijssel: le metier du nobleZwolle 2001. Zie ook de bijdrage over de Zeeuwse heerlijkheden van Jeanine Dekker in dit jaarboek. 54 Zie hierover uitvoeriger: W.W. Mijnhardt, 'Franco Venturis Dutch Republic and the crisis of the historiography of republicanism', in: Manuela Albertone, II Repubblicanesimo Moderno, Napels 2006, 407-430; voor de theoretische rechtvaardi ging van de nieuwe positie van de stadhouder, zie Wyger Velema, 'Elie Luzac and the two Dutch Revolutions: the evolution of Orangist political thought', in: M. Jacob en W.W. Mijnhardt, Decline, Enlightenment and Revolution. The Dutch Republic in the Eighteenth Century, Ithaca 1992, 123-145. 55 Zie Kuiper, Verstegen en Mensema (noot 53). 56 J. Aalbers, 'Willem Anne van Spaen en de voormalige riddermatige adel', in: Prak en Aalbers, De bloem der Natie, 104-128.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2006 | | pagina 41