VERVAL VAN MIDDELBURG 67 De toestand van Middelburg kort na 1800 is beschreven door Henricus van Rooien. Deze man, geboren te Noordwijk aan Zee, was na een studie en een rec toraat in Leiden, rector van de Latijnse school en substituut-fiscaal geweest in Vlissingen, maar verliet deze stad weer in 1798 om zijn carrière in Den Haag voort te zetten. Als hoge functionaris daar kreeg hij de opdracht een rapport te schrijven over de toestand van de Zeeuwse hoofdstad, dat in 1807 verscheen. Hij kon dus als relatieve buitenstaander een objectief verhaal schrijven, maar had kennis van zaken, omdat hij de omstandigheden in Zeeland van vóór 1795 kende. Het beeld dat opdoemt, is dat van een stad in ernstig verval, honderden woningen waren ver laten en bouwvallig geworden. Vele bruggen waren onbruikbaar als gevolg van het slechte onderhoud. In 1818 was de toestand niet beter. Volgens een opgave van het provinciaal bestuur telde de stad toen bijna 1.000 afbraken en bouwvallen. Pas daarna krabbelde de stad enigszins op, maar Middelburg zou nooit meer zo domi nant zijn als vóór 1795.32

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2006 | | pagina 69