68 VERVAL. VAN MIDDELBURG Noten 1 G.A. Fokker, 'Iets over de bevolking van Middelburg vóór 1795', Archief, vroegere en latere mededelingen voornamelijk in betrekking tot Zeeland. Derde deel, tweede stuk. Middelburg 1878, 81-100, aldaar 95-100. 2 A.M. van der Woude, 'Demografische ontwikkeling van de Noordelijke Nederlanden 1500-1800, in: NieuweA.G.N., deel 5, Haarlem 1980, 102-168, aldaar 137-139. Zelfs Utrecht zou met 25.000 inwoners in 1675 kleiner zijn geweest dan Middelburg, maar nieuwe schattingen komen echter op veel hogere aantallen uit voor de eerste. Zie Ronald Rommes, Oost, west, Utrecht besté Driehonderd jaar migratie en migranten in de stad Utrecht (begin 16- begin ld eeuw), Amsterdam, 1998, 20-35. 3 Centraal Bureau Statistiek. 4 Jonathan Israel, The Dutch Republic. Its Rise, Greatness, and Fall 1477-1806, Oxford 1995, 328, 381; David Ormrod, The rise of Commercial Empires. England and the Netherlands in the Age of Mercantilism, 1650-1770Cambridge 2003, 12. 5 Peter Priester, Geschiedenis van de Zeeuwse landbouw circa 1600-1910, Wageningen 1998, 485. Zie ook zijn toelichting op 449-476. 6 Peter Sijnke, 'Het bevolkingsaantal van Middelburg in de zeventiende eeuw', Nehalennia. Bulletin van de werkgroep historie en archeologie 121 (1999) 16-20. 7 Auke van der Woud, Het lege land. De ruimtelijke orde van Nederland 1798-1848, Amsterdam 1987. 8 I. Schöffer, H. van der Wee, J.A. Bornewasser, De Lage Landen van 1500 tot 1780, Amsterdam/Brussel 1978, 188. 9 Aardenburg, Arnemuiden, Axel, Biervliet, Brouwershaven, Domburg, Goes, Hulst, Middelburg, Oostburg, Philippine, Sas van Gent, Sint Anna ter Muiden, Sint Maartensdijk, Sluis, Terneuzen, Tholen, Veere, Vlissingen, Westkapelle, Zierilvz.ee. 10 Piet Lourens en Jan Lucassen, Inwonersaantallen, van Nederlandse steden ca 1300-1800, Amsterdam 1997, 90-99; Paul Brusse en Willem van den Broeke, Provincie in de peri ferie. De economische geschiedenis van Zeeland 1800-2000, Utrecht 2005, 26-31, 147. 11 Lourens en Lucassen, Inwonersaantallen, 90-99; Brusse en Van den Broeke, Provincie in de periferie, 26; Priester, Zeeuwse landbouw478-485. 12 De eerste resultaten van de onderzoeken naar de bevolkingcijfers van Vlissingen en Zierilczee bevestigen de gegevens van Lourens en Lucassen, althans die betreffende de ontvolking na 1750. Met hoeveel mensen de bevolking afnam en met welk tempo dat gebeurde, kan en zal nog zeker ter discussie gesteld worden. 13 P.J. van Cruyingen, Behoudend maar buigzaam, 194-207, 213. 14 Priester, Zeeuwse landbouw, 305. 15 Van Cruyingen, Behoudend maar buigzaam. Boeren in West-Zeeuws-Vlaanderen 1650- 1850, Wageningen 2000, 213. 16 Lourens en Lucassen, Inwonersaantallen, 92 geeft 3.500 inwoners in 1750, 3.711 in 1795 en 4.415 in 1815. 17 Zeeuws Archief (ZA), Archief Rekenkamer B, inv. nr. 8561 18 P.J. Bouman, Geschiedenis van den Zeeuwschen landbouw in de negentiende en twintigste eeuw en van de Zeeuwsche landbouwmaatschappij 1843-1943, Wageningen 1946, 51. 19 Brusse en Van den Broeke, Provincie in de periferie, 61-69. 20 Priester, Zeeuivse landbouw453, 454; Sijnke, 'Het bevolkingsaantal', 16, 17. 21 Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, 1846; J.Kuyper, Gemeente-atlas van de provincie Zeeland, Groningen 1988 (herdruk); W.S. Unger, Geschiedenis van Middelburg in omtrek, Middelburg 1966, 36-39; www.volkstelling.nl, volkstelling 1795.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2006 | | pagina 70