76
NOGMAALS HET INWONERTAL
culeerde door uit te gaan van een geboortecijfer van 37%o. Hoe slim deze vondst
ook was, Priester heeft er terecht kritiek op geleverd.Fokker nam namelijk aan dat
het geboortecijfer gedurende meer dan anderhalve eeuw ongewijzigd bleef. Door
het vele historisch-demografisch onderzoek dat gedurende de laatste vijftig jaar is
verricht, weten we echter dat het geboortecijfer onderhevig was aan schommelin
gen. In perioden van economische bloei was het hoog, bij tegenspoed daalde het.
Berekent men nu een inwonertal op basis van een onveranderlijk geboortecijfer,
dan zal de uitkomst voor een periode van economische voorspoed te hoog zijn en
voor een periode van depressie te laag. Er ontstaan dus pieken en dalen die niet een
weerspiegeling zijn van de werkelijkheid, maar van een methodologische fout.
Zoals al gezegd, is er altijd discussie mogelijk over de omrekeningsfactoren die
nodig zijn om van het aantal huizen of huwelijken te komen tot het totale inwo
nertal van een stad. De omrekeningsfactoren waar Brusse en Priester gebruik van
maken, zijn echter realistisch gezien in het licht van wat we weten van andere
plaatsen. Middelburg kan in een enkel jaar misschien eens 1.000 inwoners meer
of minder gehad hebben dan volgens hun berekeningen, maar die berekeningen
geven mijns inziens toch een aanzienlijk betrouwbaarder beeld van de bevolkings
ontwikkeling dan die van Fokker, die gebaseerd zijn op een methodologisch ver
keerd uitgangspunt.
Middelburg was dus in de achttiende eeuw kleiner dan voorheen werd aangeno
men en ook bij die 30.000 inwoners van 1650 moeten vraagtekens worden
geplaatst. Maar is dat nu zo erg? Met 18.000 inwoners was Middelburg bijna even
groot als alle andere stemhebbende Zeeuwse steden samen en het behoorde daar
mee nog steeds tot de grotere steden van de Republiek. Binnen de Zeeuwse ver
houdingen was Middelburg een metropool. De demografische ontwikkeling van
Middelburg tot 1795 was ook helemaal niet zo slecht. Veel steden in het westen
van het land en ook andere Zeeuwse steden als Vlissingen, Zierikzee en Sluis ver
loren in deze periode veel inwoners. Middelburg echter wist zich te handhaven,
wat erop duidt dat de economie van de stad in de achttiende eeuw behoorlijk moet
hebben gefunctioneerd. Waarom deed Middelburg het zoveel beter dan andere
Zeeuwse steden?
De metropool van het zuidwesten
Ter verklaring van het Middelburgse succesverhaal in de achttiende eeuw heb ik
een hypothese die bestaat uit twee onderdelen. Het eerste daarvan is ook al door
Paul Brusse geopperd. Middelburg vormde het succesvolle centrum van een regio
naal handelssysteem, waarvan Zeeland, een deel van de Zuidelijke Nederlanden
(Vlaanderen, Antwerpen) en de oostkust van Engeland deel uitmaakten.
Middelburg wist de handel in landbouwproducten van Staats-Vlaanderen en de
eilanden naar zich toe te trekken en die producten uit te voeren naar onder ande
re Engeland. De producten die in ruil daarvoor terugkwamen, werden doorge
voerd naar de Zuidelijke Nederlanden.
Dit is natuurlijk voor een groot deel nog zeer hypothetisch, maar de hypothese kan
worden getoetst. We hebben de beschikking over prachtige series tolrekeningen in
het archief van de Zeeuwse Rekenkamer die de hypothese kunnen bevestigen of