90
ECONOMISCH DEBAT
vele antwoorden met plannen voor de verbetering van het onderwijs waren inge
zonden. In 1782 werden de bekroonde antwoorden gepubliceerd en her
Middelburgse en Vlissingse departement probeerden gezamenlijk om deze plan
nen via de Maatschappij voor Nijverheid en Handel daadwerkelijk in praktijk te
brengen. Enkele andere departementen voelden echter niets voor dit voorstel,
waardoor het geen agendapunt werd op de algemene vergadering te Haarlem. De
leden van de Walcherse departementen waren hier zeer verbolgen over en vonden
dat deze departementen 'het Plan en oogmerk hadden moeten steunen.
Mogelijkerwijs was deze teleurstelling een van de redenen dat de Maatschappij
voor Nijverheid en Handel in Middelburg en Vlissingen in de jaren tachtig een
langzame dood stierf."'1
De ineffectiviteit en het failliet van de Zeeuwse departementen betekende echter
niet dat het nieuwe debat over de landbouw en de nijverheid aan Middelburg
voorbijging. In 1778 werd in Middelburg, onder de bezielende leiding van de
koopman Leendert Bomme, de Teeken Akademie opgericht. Deze academie was
niet alleen voor kunstenaars toegankelijk, maar ook voor ambachtslieden. Bomme
was namelijk van mening dat de rekenkunde een grote bevorderlijke invloed op de
nijverheidssector uitoefende. Op zijn initiatief werd in 1785 ook een prijsvraag bij
het Zeeuwsch Genootschap uitgeschreven over de wis-, natuur- en rekenkunde en
de beste middelen om deze vaardigheden aan de ambachtslieden te leren. Het
waren volgens hem deze vaardigheden die aan de basis lagen van alle ambachten
en handwerken.-1" Ook in de eerste decennia van de negentiende eeuw (1802 en
1818) werden prijsvragen uitgeschreven die tot doel hadden de nijverheidssector
te bevorderen, maar het zou tot 1840 duren, voordat de Middelburgers serieuze
activiteiten gingen ontplooien om de Middelburgse industrie te stimuleren.
Een andere en opzienbarender heroriëntatie in het economisch debat in
Middelburg was de toenemende aandacht voor de agrarische sector. De landbouw
was voor Zeeland altijd al belangrijk geweest, maar had nooit een prominente rol
gespeeld in het publieke debat. Reeds in 1772 werd door het Zeeuwsch
Genootschap een landbouwkundige prijsvraag uitgeschreven, maar vanaf 1790
werd de agrarische sector pas echt een belangrijk en geliefd onderwerp in het
Zeeuwse debat. In het laatste decennium van de achttiende eeuw schreef her
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen maar liefst drie prijsvragen met
betrekking tot de landbouw uit. In 1792 vroeg men naar de mogelijkheden van
het exploiteren van de binnenduinen en naar een middel om het brandkoorn in
de tarwe te bestrijden. Een vraag over het gebruik van as en vuilnis voor het
bemesten van weilanden werd uitgeschreven in 1799.11 Deze prijsvragen vormden
de aanzet voor een omslag in het economisch denken van de Middelburger, waar
bij de landbouw steeds vaker werd beschouwd als de kern van de economische
ontwikkeling en het economische herstel van Zeeland.
De landbouw als oplossing
Van de Spiegel kwam in de nadagen van zijn leven tot de conclusie dat het niet
zinvol was om zich blind te blijven staren op een roemrijk handelsverleden, maar
dat juist het zoeken naar nieuwe bronnen van welvaart meer voordelen kon ople-