FINANCIËN VAN DF ZEEUWSE ADMIRALITEIT
119
55 Notulen Staten van Zeeland 28 mei 1716; ZA, ARC 2e stuk, Rekening te water van de
ontvanger-generaal over 1716, inv.nr. 7460.
56 Engelhard, Generaal-Plakkaat, 88-89; Hovy, Propositie123.
57 Van der Poel, 'Particularisme', 70-80; Hovy, Propositie125-130, 184; Engelhard,
Generaal-Plakkaat80-84.
58 De Republiek kocht sinds 1645 alle heffingen op de Sontvaart af en betaalde daarvoor
een vast bedrag aan Denemarken. Om deze afkoopsom bijeen te krijgen werd de
Orizontsche Tol geheven op de Oostzeevaarders: Becht, Statistische handelsgegevens
152-163; Engelhard, Generaal-Plakkaat, 241-244.
59 Hovy, Propositie, 140-145; Engelhard, Generaal-Plakkaat231-235, 241-244. De tekst
van het plakkaat wordt in detail besproken door Engelhard, Generaal-Plakkaat, 91-222.
60 Bruijn, Admiraliteit van Amsterdam, 74; Hovy, Propositie, 5-22 en 143-145.
61 Engelhard, Generaal-Plakkaat, 86-89; Bruijn, Admiraliteit van Amsterdam, 74; Hovy,
Propositie, 143-145.
62 J.D. Vlot, "s-Lands schip 'Zierikzee'. De geschiedenis van een Zeeuws oorlogsschip
1733-1782', in: Kroniek van het land van de zeemeermin 1993, 57-74, aldaar 58-60; J.
Reynaert, Tegen de stroom oproeien. Scheepsbouw bij de Zeeuwse admiraliteit tijdens de eer
ste helft van de 18de eeuw, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent 2007,
63-65, 69. De eerste drie schepen werden vrij snel in dienst genomen, maar met het
afbouwen van de Vlissingen en de Zierikzee werd gewacht tot respectievelijk 1742 en
1744.
63 O. van Nimwegen, De Republiek der Verenigde Nederlanden als grote mogendheid.
Buitenlandse politiek en oorlogvoering in de eerste helft van de achttiende eeuw en in het bij
zonder tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog, Amsterdam 2002, 67-78.
64 Bruijn, Admiraliteit Amsterdam, 32-37', Bruijn, Varend verleden, 192-193; Patricia
Weinberg, 'Kapitein en ondernemer in Zierikzee: Jacob Imanse (1684-1752)', in:
Bruijn, Meijer en Van Vliet (red.), Marinekapiteins, 35-48, aldaar 39-42; Serge Blom,
'Michiel Sappius (1694-1761)', in: idem, 49-64, aldaar 54-57.
65 Bruijn, Admiraliteit van Amsterdam, 32-34; Weinberg, 'Jacob Imanse', 39-41; Blom
'Michiel Sappius', 54-57.
66 Weinberg, 'Jacob Imanse', 42-45; Blom 'Michiel Sappius', 57-63; Theodorus
Niemeijer, 'Een strijdbaar zeekapitein: Evert Blonkebijle Corneliszoon (1696-1769)',
in: Bruijn, Meijer en Van Vliet (red.), Marinekapiteins, 65-82, aldaar 77-78; Ivonne
Lucker, 'Een Noors zeeman in Zeeland: Jacob Dirksen (ca. 1704-1752)', in: idem, 83-
94, aldaar 87-89.
67 Extract uijt het Register der Resolutien van de Hoog Mogende Heeren Staten Generaal
der Vereenigde Nederlanden (Secrete Resolutie Staten-Generaal d.d. 11 augustus
1749), in: NA, Generaliteitsrekenkamer, Extra-ordinaris rekening van de ontvanger-
generaal van de Admiraliteit van Zeeland 1771, inv.nr. 991.
68 Idem.
69 Idem; Bruijn, Admiraliteit van Amsterdam, 96.
70 Van Nimwegen, Republiek als grote mogendheid, 380-389.
71 Bruijn, Varend verleden, 194-196; Tibo van Wingen, 'Van konstabels maat tot gevierd
kapitein: Maarten Haringman (1715-1784)', in: Bruijn, Meijer en Van Vliet (red.),
Marinekapiteins, 111-117, aldaar 113-114.
72 De Zeeuwse Admiraliteit bezat in 1771 twee linieschepen, de Zierikzee en de Zuid-
Beveland, en vier fregatten, de Sint Maartensdijk, de. Bruns wijk, de Walcheren en de Jonge
Prins van Oranje. Het laatste schip werd in 1772 wegens ouderdom en zwakheid ver
kocht (Sander van der Leest, "Een brutaal, ongemakkelijk en gehaat mensch': Jan van
Kruijne (?-1788)', in: Bruijn, Meijer van Van Vliet (red.), Marinekapiteins, 129-144,
aldaar 141).
73 Zonder deze leningen zou de Admiraliteit in de jaren 1769-1772 een kastekort hebben
gehad van ca. twee ton, maar dat is (zeker in vergelijking met de tekorten van de jaren