CAROLUS TUINMAN
129
terug. Dat betekent dat hij minstens twee nachten ergens logeert, dat hij er verga
dert en deelneemt aan een classicale maaltijd.
Sint Maartensdijk
Tuinman is nog maar kort predikant in Sint Kruis of hij wordt op 3 juli 1687
beroepen door de gemeente van Sint Maartensdijk. Sint Maartensdijk ligt op het
eiland Tholen en valt niet onder de Classis Walcheren, maar onder de classis
Tholen en Bergen op Zoom. Tuinman neemt het beroep aan. Dat zal hem niet in
dank zijn afgenomen. Er staat zelfs een boete op het zo snel wisselen van stand
plaats. Vertrekt een predikant binnen het jaar, dan is hij 130 gulden schuldig aan
het armenfonds, binnen twee jaar betaalt hij 100 gulden en binnen drie jaar 50
gulden. Daarboven komen dan ook nog eens alle onkosten die de classis heeft
moeten maken. Die komen eveneens voor rekening van de ambitieuze predikant.
Ook voor de beroepende gemeente is de beroepingsprocedure niet gratis. Zij moet
de classis betalen voor de approbatie.45
Tuinman neemt afscheid van de Classis Walcheren en verhuist van Sint Kruis naar
Sint Maartensdijk. Deze plaats is klein, maar al heel wat groter dan Sint Kruis. In
1687 kende deze stad, inclusief de polders, ongeveer 350 lidmaten.'6 Op 20 juli
1687 wordt hij aldaar bevestigd.47 Tuinman neemt zitting in de vergadering van de
classis van Tholen en Bergen op Zoom. In deze ambtsperiode komen tijdens de
kerkenraadsvergaderingen onderwerpen ter tafel die later in Tuinmans publicaties
een grote rol zullen spelen, zoals de verhouding met de rooms-katholieken en de
binnenkerkelijke twisten met minder orthodoxen als Pontiaan van Hattem en
H.A. Roël.
Niet alleen binnen de kerk heerst onrust. Een jaar na de bevestiging van Tuinman,
in 1688, vallen troepen van de Franse koning Lodewijk XIV de Republiek binnen.
Het is het begin van de Negenjarige Oorlog.
Goes
Drie en een halfjaar later, op 27 december 1690, wordt Tuinman beroepen door
de gemeente Goes. Tuinman verzoekt de classis een buitengewone classicale ver
gadering te beleggen in Tholen, zodat de kerkenraad van Goes het op hem geda
ne beroep kan inbrengen. Tuinman wordt terechtgewezen. Dit is niet de gebrui
kelijke gang van zaken. Toch krijgt hij zijn zin en de vergadering wordt gepland
op 9 januari 1691. Door de zware vorst lukt het de gedeputeerden echter niet om
af te reizen. De vergadering wordt verplaatst naar 6 maart 1691Tijdens deze ker
kenraadsvergadering verklaart Tuinman dat hij heel graag langer was gebleven in
Sint Maartensdijk, maar dat hij, nu het 'de Goddelijke voorzienigheid behaagt had
hem allezints wettig tot den dienst van een grooter en aanzienlijker Gemeente te
doen beroepen, in consciëntie zich verontschuldigt vond deze goddelijke roeping
te volgen'.48
Uiteindelijk neemt Tuinman pas afscheid op 29 april 1691. Op 6 mei 1691 wordt
hij bevestigd in Goes.49