CAROLUS TUINMAN
137
nodig heeft en zelfstandig zijn heil kan bereiken, is er het gevaar dat de gedeelde
waarden verloren gaan en de samenleving uit elkaar valt. De strijd tussen Tuinman
en Theophilus is daarom een ongelijke strijd.
Tuinman schrijft verder. Niet Theophilus zou de naam moeten zijn van deze
Godsbestrijder, maar Theomachus. Deze paskwilschrijver is een vervloekte:
Anathema Maranatha! De drie Zeeuwse classes zullen er dan ook alles aan doen
om de ogen van de mensen te openen. Zij doen dat door hem, Tuinmante laten
antwoorden op de brief. In het antwoord neemt Tuinman citaten op van Theo
philus. Hierdoor valt op hoe rustig de toon van Theophilus is in tegenstelling tot
de schreeuwerige van Tuinman.
Ondanks de heftige woorden van Tuinman is het libertijnse gevaar voor kerk en
vaderland niet geweken. Er blijkt een grote hoeveelheid hattemistische geschriften
te zijn verstuurd naar Indië. De heillooze gruwelleere wordt herdrukt en nage
stuurd.98 De Classis Walcheren is Tuinman dankbaar voor zijn nuttige werk en
beloont hem met twintig rijksdaalders uit de classicale kas."
Met de duivel omwandelt hij de aarde
Als reactie op Weder-andwoord op de brief aan Theophilus wordt op donderdag 29
augustus 1715, aan het eind van de ochtend een verzegeld pakketje bezorgd bij
Tuinman.100 De koerier is een onbekende man, die van voorbij Nijmegen naar
Middelburg is afgereisd. Hij overhandigt het pakketje aan de 'dienstmaagd van
Tuinman'. Hij vraagt daarvoor een briefloon van zeven stuivers en twee stuivers
voor de gemaakte kosten. Tuinman accepteert het pakket, maakt het open en vindt
een ingenaaid boekje en daarnaast vijf vellen geschreven tekst in een onbekend
handschrift. Tuinman vermoedt dat een 'lichtschuwende duisterling' hem een
smaadschrift heeft toegestuurd. Het is gedagtekend met Altena prima Augusti,
1714' en onderschreven met 'Constantius Prudens'. De inkt was nog maar ter
nauwernood droog, schrijft Tuinman. Het zal dus geschreven zijn in de buurt van
Middelburg en niet afkomstig zijn uit Altena, schrijft Tuinman.""
Waarschijnlijk heeft Tuinman gelijk en is Altena' als impressum gebruikt om hem
te misleiden. Altona is een Deense stad, vlak bij Hamburg, waar een grotere vrij
heid bestond in het drukken van teksten. Veel illegaal drukwerk kwam uit Altona.
Altena' heeft hier dus eerder een symbolische betekenis. De afzender houdt zich
zo voor Tuinman verborgen en indirect laat hij weten dat hij voor Tuinman
ongrijpbaar is.
Tuinman denkt dat Booms het smaadschrift heeft laten bezorgen. Het komt in
handschrift, stijl van schrijven en inhoud overeen met het werk van Booms.
Bovendien is dit heerschap enkele dagen daarvoor weggestuurd door de regering
van Goes en toen richting Walcheren getrokken, schrijft Tuinman. Nu 'omwan
delt hij [Booms] met de duivel de aarde, om zijn broederschap in de geest te ver
sterken en nieuwe vrijgeesten of hellekinderen te maken en omzwerft hij met Kain
als een verbannene van het aangezicht des HEEREN'.1"2 Dit keer verschuilt Booms
zich achter de naam Constantius Prudens, zegt Tuinman, maar hoe Booms zich
ook vermomt, 'een slang blijft een giftig beest, al verandert hij nog zo vaak van
huid'.105 Pesterig vraagt hij zich af waarom Booms toch nooit geantwoord heeft op