CAROLUS TUINMAN
143
Na zijn weerlegging van 1719 stopt Tuinman met het schrijven van polemische
geschriften en licht hij zich volledig op de taalkunde. De felheid waarmee hij de
vrijgeesten aanvalt en zijn plotselinge overstap naar de taalkunde is niet verrassend.
Tuinman streeft naar een zuivere taal, een volmaakte taal. Deze kenmerkt zich
door grammaticale regelmaat van zinnen en zuivere betekenis van woorden. De
vrijgeesten ziet Tuinman als taairovers. Zij hebben de woorden gestolen, deze hun
zuivere betekenis ontnomen en een nieuwe betekenis gegeven. Dit is een steeds
terugkerend thema in zijn weerleggingen en aan de hand van de alfabetische woor
denlijst van deze nieuw verzonnen boeventaal der vrijgeesten bewijst hij zijn stel
ling nog eens en laat hij zien hoe de argeloze gelovigen met verraderlijke woorden
worden verleid. De taal moet gezuiverd worden. Zonder zuivere taal is een zuiver
geloof niet mogelijk.
Na duizenden pagina's ageren tegen andersdenkenden en het eindeloos berijden
van stokpaardjes, hoe creatief ook, is het voor Tuinman genoeg geweest. Tuinman
wordt ziek en kan een aantal maanden niet werken. Ter ontspanning gaat hij op
zoek naar de oorspronkelijke betekenis van woorden.136 De oorspronkelijke beteke
nis van woorden is de zuivere betekenis. De contemporaine betekenis is in de loop
van jaren afgegroeid van de oorspronkelijke. Dat is een natuurlijk proces. Dat pro
ces staat los van de bewuste methode van de vrijgeesten de taal te verduisteren.
Naast dit natuurlijke proces en de bewuste methode van de vrijgeesten, zijn er taal
gebruikers die de taal versieren met buitenlandse woorden. Ook zij dragen bij tot
de verloedering van onze eerlijke moedertaal en ook zij worden door Tuinman
streng toegesproken. Niet meer de taal van kerk en Bijbel is uitgangspunt van
Tuinman, maar de gewone spreektaal.
Zonder vooropgesteld plan zal zijn liefhebberij uitgroeien tot een etymologisch
woordenboek. Tuinman staat in zijn belangstelling voor de etymologie niet alleen.
Veel taalliefhebbers uit de vroegmoderne tijd gaan opzoek naar de oorsprong van
de woorden. Door deze oorsprong op te sporen, de actuele betekenis van de woor
den te laten samenvallen met de oorspronkelijke betekenis, krijgen zij weer de
juiste, de ware betekenis. Op deze wijze zuiveren taalkundigen de taal, wordt zij
weer terug gebracht tot haar volmaakte stadium. Pas dan zullen wij elkaar recht
verstaan. Het is daarom dat wij een groot verlangen moeten hebben naar de bete
kenis van woorden, zegt Tuinman.137
Taalkundigen zoeken dc herkomst door zich te richten op de verwantschap met
woorden uit andere talen. Ze zoeken vooral naar overeenkomsten in de heilige
talen: het Hebreeuws, het Latijn en het Grieks. Dat verandert. De Hebreeuwse
taal verliest langzamerhand haar status als oertaal en zelfs de gedachte aan één
oertaal wordt verlaten.158 In 1710 schrijft Lambert ten Kate als eerste dat het
Nederlands samen met andere Germaanse talen eenzelfde noordelijke oorsprong
hebben.
Tuinman kan en wil dit niet geloven. Hij zegt dat deze theorie niet klopt. Hij geeft
toe dat er woorden te herleiden zijn naar woorden uit de noordelijke talen, maar
deze ziet hij als overblijfsels uit de allervroegste taalgemeenschap. Alles terugbren
gen tot een Duitse stamwortel levert, aldus Tuinman, vergezochte en gewrongen
'woordgrondingen' op, terwijl de afleidingen vanuit het Hebreeuws, Grieks en
Latijn eenvoudig en vanzelfsprekend zijn! Tuinman trekt zich dan ook niets aan
van de nieuwste inzichten in de etymologie van zijn tijd en zegt beslist: 'Ik stel als