CAROLUS TUINMAN
147
Fakkel
In 1712 trok Tuinman ten strijde tegen de verduisterde taal van de 'raaskallende
vrijgeestenHij schreef: Waar de ondankbare mens Gods woord verlaat, daar zal
de rechtvaardige God zijn kandelaar wegnemen.152 Zonder licht geen leven. De taal
is verduisterd en moet verlicht worden. Tuinman zal zijn licht laten schijnen over
zijn moedertaal ten dienste van zijn vaderland.
In 1722 verschijnt Tuinmans: Fakkel der Nederduitsche taaie. Dit etymologisch
woordenboek is het eerste en tevens enige werk van Tuinman dat wordt uitgege
ven door de bekende Leidse uitgever Samuel Luchtmans. De bij Luchtmans inwo
nende rector van het gymnasium Hendrik Snakenburg heeft het gedicht bij de
titelplaat geschreven. Misschien waren Snakenburg en Tuinman bevriend met
elkaar en heeft de 'jongman' Snakenburg deze uitgave geregeld bij zijn hospes. Het
is evengoed mogelijk dat Luchtmans zelf het initiatief heeft genomen en zijn kost
ganger gevraagd heeft zijn dichterlijke kwaliteiten ten dienste te stellen van de
Fakkel.
In de Fakkel richt Tuinman zich op het taalsysteem. Zoals eerder gezegd is een vol
maakte taal volgens hem regelmatig (analogie) en zuiver van betekenis (etymolo
gie). Tuinman beschrijft zijn zoektocht naar de grammaticale regelmaat in het
aparte deel binnen dit werk: Oud en Nieuw. Hierin zet hij oude taal tegenover
nieuwe taal en laat hij de overeenkomsten en verschillen zien. Het accent van
Tuinmans werk ligt echter vooral op de etymologie. In de Fakkel gaat hij op zoek
naar de oorsprong en dus naar de ware betekenis van werkwoorden en naam
woorden. Tuinman gebruikt voor zijn onderzoek werken van de 'ouden' (na 1200)
en van de aalouden' (vóór 1200), of hij gaat terug tot het Latijn, het Grieks en
natuurlijk ook tot het Hebreeuws, want daar is volgens hem de directe wortel tot
onze taal te vinden.153
Tuinman gaat als volgt te werk. Hij ontneemt het woord alle aanhangsels. Hij
houdt de stam over. De stam bestaat meestal uit heel weinig letters, hetgeen vol
gens Tuinman een bewijs is van ouderdom. Vervolgens kijkt Tuinman naar de
aard, de eigenschap en de gewoonte van een taal, want alle volkeren verbuigen de
woorden naar hun eigen moedertaal. De uitkomst moet een natuurlijke vanzelf
sprekendheid hebben. Er moet een overeenkomst zijn tussen klank en betekenis.
Zo zegt Tuinman dat het woord 'murmureeren' (morren) is afgeleid van het Latijn
se 'murmurare' (murmur). De zuivere betekenis van dit woord is dus te vinden in
het Latijnse woord. Nu de oorsprong van het woord bekend is, kan de huidige
betekenis samenvallen met de oorspronkelijke betekenis en is het woord gezuiverd.
Kritiek op de Fakkel
Het etymologisch woordenboek is een succes, maar al snel groeit de negatieve kri
tiek. Deze is gericht op de manier waarop Tuinman de woorden herleidt tot de
oorsprong, op Tuinmans verouderde opvattingen en ook op de onleesbaarheid van
zijn voorwoord.15'1 Waarschijnlijk is de kritiek versterkt door de goede ontvangst
van het etymologische werk van Ten Kate uit 1723, Aenleiding tot de kennisse van
het verhevene deel der Nederduitsche sprake.