154
CAROLUS TUINMAN
voor geen enkele andere taal hoeft onder te doen. Hij weet dat hij kritiek kan ver
wachten, maar hij hoopt in ieder geval op de waardering van zijn kunstbroeders.
De reacties op Rymlust zijn inderdaad heel negatief. Veel mensen hebben zijn
rijmexperimenten niet begrepen. Anderen hebben deze wel begrepen, maar von
den het werk ondermaats of hebben zich gestoord aan de inhoud van zijn rijmen.
Vooral in zijn Rymlust gebruikt Tuinman veel verbaal geweld tegen de rooms-
katholieken.
Tuinmans dood
Drie dagen voor zijn dood, op 2 november 1728, laat Tuinman zijn testament
opmaken. Van dit testament is alleen een extract overgebleven. Ewaldus Reynvaan
wordt benoemd tot de executeur van zijn nalatenschap en zal, nadat de legaten en
de lasten van de boedel betaald zijn, van al het overige de enige en universele erf
genaam zal zijn. Tuinman verbiedt bij testament dat er aan iemand enige openheid
gegeven zal worden van de staat van inventaris.18,1
Op 5 november sterft Carolus Tuinman in zijn woonhuis aan de Lange Delft.185
Hij is niet door ziekten gekweld, maar door het afnemen van krachten pijnloos
overleden, zegt zijn vriend Jacobus Leydekker.186 Hij is 68 jaar geworden. Op 11
november 1728 wordt hij begraven in de Noordmonsterkerk. Hier zal hij liggen,
te midden van de zeehelden, geleerden en staatslieden. Jacobus Leydekker spreekt
de lijkrede uit. Hij kan het niet laten een klein grapje te maken over de maagde
lijke staat van zijn vriend: 't Is waar, hij was een oud man, of een jongman, als zijn
de nooit gehuwd geweest, maar juist door zijn ongehuwde staat en zijn hoge
ouderdom heeft hij tot grote hoogte kunnen komen.187
Op woensdag 8 november 1728 is er 's avonds tussen zes en zeven een speciale bij
eenkomst van een groepje gelovigen. Zij komen samen om te bidden voor vader
land, kerk en in het bijzonder voor de stad Middelburg. Er zijn drie voorbidders.
De gebeden worden afgewisseld met het zingen van liederen en de bijeenkomst
wordt besloten met een psalm. De speciale aandacht voor Middelburg heeft te
maken met het overlijden van twee predikanten in één maand: Tuinman en
Sibersma. De opengevallen plaatsen moeten opnieuw worden opgevuld. Dit gezel
schap bidt om 'Mannen die voor de oude beproefde waarheid zijn, die bevinders
en voorstanders zijn van de zuivere, evangelische godzaligheid'.'88
Ewaldus Reynvaan maakt de inventaris op van de nalatenschap. Deze wordt
geschat op 2.584 pond Vlaams, 16 schellingen en 10 groten Vlaams.18''' Tuinman
laat 500 pond Vlaams na aan het weduwe- en wezenfonds. Op 14 juli 1729 wor
den de boeken van Carolus geveild bij de uitgever en boekdrukker Michiel
Schrijver.19" Helaas is tot nu toe geen catalogus van zijn bibliotheek gevonden.
Reynvaan erft ook de manuscripten, waaronder Tuinmans nooit uitgegeven pre
ken. In 1731 wordt het tweede deel van de Fakkel uitgegeven, vanaf 1734 de Keur
stoffen uit het boek van Job en in 1751 zijn catechismuspreken. In 1780 stelt de
kleinzoon van Ewaldus Reynvaan, mr. Joos Verschuere Reynvaan, componist en
organist, liederen van Tuinman uit deze boedel op 'bevallige en zoetluidende zang
wijzen'.191 Joos zal net als Tuinman een woordenboek schrijven, een muziekwoor-
denboek.