16 VLAAMSE EN ZEEUWSE KAAPVAART als decor voor hogere commerciële belangen. Het Europese strijdgewoel is essentieel om de voornaamste protagonisten en anta gonisten in een historisch-politiek kader te kunnen plaatsen, maar in werkelijk heid was er al tijden voor de Franse inval in de Palts, voor de herroeping van het Edict en zelfs voor het sleuteljaar 1648 een wijdverspreide strijd aan het woeden.13 Meer nog dan een woelige oorlogseeuw, de speeltuin van een aantal absolutistische vorsten, werd de zeventiende eeuw immers vooral ook gekenmerkt door kapita listische tendensen. Grootschalige Europese en in navolging van de grote ont dekkingen wereldhandel bood een waaier aan mogelijkheden. Vorsten zochten niet alleen hegemonie binnen hun Europese territorium, maar ook in de kolonia le Aziatische, Afrikaanse en Amerikaanse gebieden. Bijgevolg ook op zee. Tijdens de zeventiende eeuw ontstond voor het eerst een doelbewust overheidsbe leid op economisch vlak, gesteund door de ideologie van het mercantilisme.14 Deze theorie werd gekenmerkt door het streven naar een positieve handelsbalans om het geld in eigen land te kunnen houden. Dit doel vereiste een tweezijdige strategie: enerzijds moest men alle noodzakelijkheden in eigen land kunnen produceren, en anderzijds moest men een grote handelsvloot ontwikkelen. Men deed dan ook alle mogelijke pogingen om de concurrerende machten te benadelen, zoals bijvoor beeld via de omstreden Engelse Navigatiewetten uit 1651.15 Uiteraard paste ook de absolutistische Lodewijk XIV op het hoogtepunt van zijn macht dergelijke strate gieën toe, zeker wanneer hij kwam te staan tegenover twee van de belangrijkste Europese handelsnaties uit de Vroegmoderne periode. resulteert in een explosie van maritieme vijandige activiteiten Ook tijdens de Negenjarige Oorlog werd gevochten op twee fronten: het West- Europese vasteland en de omliggende wateren. Het maritieme aspect krijgt hier bij uiteraard onze bijzondere aandacht. Oorspronkelijk koos de Franse Minister van Marine, Seignelay, voor de vaak beproefde Franse traditie van de Guerre d'Escadre.16 Na diens overlijden legde opvolger Pontchartrain echter een ander accent: er werd gekozen voor een Guerre de Course, een strategie gebruikma kend van kaapvaart die nog meer werd benadrukt na de nederlaag van de Franse vloot bij kaap La Hogue in 1692. Als symbolische aanvang van deze Franse stra tegische wending kan de inname van de Smirnavloot in 1693, toen Frankrijk dertig geallieerde schepen veroverde en nog eens vijftig schepen vernietigde, zeker tellen. Het aanwenden van gelegaliseerde piraterij door de grootmachten in oorlogstijd was echter allesbehalve nieuw, laat staan dat dit een exclusief voorrecht was van de Fransen. Zo organiseerde de Republiek17 als één van de grootste zeevarende naties bijvoorbeeld eerder die eeuw kaapvaart op grote schaal, gericht tegen de Spanjaarden onder de vorm van de West-Indische Compagnie. Diverse eeuwen eerder begaven echter vooral de Zeeuwen zich al in het schemergebied tussen com missievaart en piraterij. Hoewel de streek een niet minder lange traditie genoot, lag de zaak in de Zuidelijke Nederlanden tijdens de tweede helft van de zeven tiende eeuw al iets moeilijker: niet alleen was men beknot door de bepalingen van de Vrede van Munster, in 1658 verloor men ook nog eens Duinkerke met zijn stra tegisch gelegen haven definitief aan de Fransen.ls De kaapvaart aan de Noordzee kust herstelde zich slechts ten dele.19

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2008 | | pagina 18