VLAAMSE EN ZEEUWSE KAAPVAART 41 Noten Deze bijdrage is een eerbetoon aan de betreurde Arne. Zij is samengesteld door Veerle Delahaye, Frederik Demeulenaere, Eva Kusters, Joke Verfaillie, Tom Vlaeminck en Jan Parmentier. Het geheel is gebaseerd op zijn scriptieonderzoek aan de Universiteit Gent. 1 Het belang van J.S. Bromley op dit onderzoeksterrein komt goed tot uiting in de stu die Corsairs and Navies 1660-1760London 1987, 517. Het is een compilatie van de voornaamste bijdragen van Bromley over kaapvaart. 2 J.S. Bromley, 'The North Sea in Wartime, 1688-1713', in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden XCII (1977), 270-299. 3 D.J. Starkey, British Privateering Enterprise in the Eighteenth CenturyExeter Maritime Studies No. 4, Exeter 1990, 344; J.Th.H. Verhees-van Meer, De Zeeuwse kaapvaart tij dens de Spaanse Successieoorlog 1702-1713Middelburg 1986, 294 en J. Francke, Utiliteyt voor de gemeene saake. De Zeeuwse commissievaart en haar achterban tijdens de Negenjarige Oorlog, 1688-1697, Middelburg 2001, 498. 4 R. Baetens, 'Organisatie en resultaten van de Vlaamse kaapvaart in de 17de eeuw', in: Mededelingen van de Marine Academie van België, boek 21, 1969-1970, 89-125. 5 J. Vansteenkiste, De Oostendse kaapvaart en Admiraliteit in de eerste helft van de 18de eeuw, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent, Gent 1986, 186, en E. Vogelaers, Nieuwpoortse kaapvaart in de zeventiende en achttiende eeuwonuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent, Gent 2000, 136. 6 R. Magosse, Al die ivillen te kap'ren varen: de Oostendse kaapvaart tijdens de Spaanse Successieoorlog (1702-1713), Oostendse Historische Publicaties 7, Oostende 1999, 212. 7 De Admiraliteit verplichtte de schippers boordjournalen zorgvuldig bij te houden. Deze documenten konden dienen als additionele bewijsstukken bij betwistingen. 8 Algemeen Rijksarchief Brussel (ARB), Admiraliteit, nrs. 555-563, 581-584, 657-659, 669-747 en 833 en Rijksarchief Brugge (RAB), Oud Archief Nieuwpoort, nrs. 4836- 4839, 4843 en 4851. 9 Passages betreffende de historische aanloop (zowel politiek als economisch) globaal gebaseerd op R. de Schryver, 'Oorlog en vrede voor de Zuidelijke Nederlanden, 1678- 1700', in: Algemene Geschiedenis der Nederlanden (AGN), dl. 8, Haarlem 1979, 308- 319; D.J. Roorda, 'De Republiek in de tijd van stadhouder Willem III, 1672-1702', in: AGN, dl. 8, 282-296; Francke, Utiliteyt1-24; J. Blom en E. Lamberts (red.), Geschiede nis van de NederlandenBaarn 2001; M. van Os en M.R. Potjer, Een kennismaking met de geschiedenis van de Nieuwe Tijd, Bussum 1994, 95-97 en R. Vermei r, Geschiedenis van de Nieuwe Tijd, partim politieke en institutionele geschiedenis, Gent 2001-2002 (onuit gegeven syllabus). 10 De Vrede van de Pyreneeën (1659) bevatte een clausule inhoudende een mogelijk huwelijk tussen LodewijkXIV en zijn nichtje Marie-Thérèse, het enige kind uit het eer ste huwelijk van de Spaanse koning Filips IV. 11 Deze Devolutieoorlog, genoemd naar een erfrecht gangbaar in sommige streken van de Nederlanden, vond een einde in de Vrede van Aken. De term devolutie is afkomstig uit het privaatrecht, waarbij onder meer dochters uit een eerste huwelijk bij erfenis voor rang krijgen op zonen uit een tweede huwelijk. 12 Andere benamingen: oorlog van de Liga van Augsburg, oorlog van de Grote Alliantie, Coalitie-oorlog. 13 Francke, Utiliteyt5. 14 Van Os en Potjer, Kennismaking, 111-112. Ook wel het Colbertisme (Frankrijk) of het Cameralisme (Centraal-Europa) genoemd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2008 | | pagina 43