42 VLAAMSE EN ZEEUWSE KAAPVAART 15 Men spreekt dan ook van een ware handelsoorlog of'Guerre de Commerce'. 16 Francke, Utiliteyt8-13. 17 J.R. Bruijn, 'Scheepvaart in de Noordelijke Nederlanden, 1650-1800', in: AGN, dl. 8, Haarlem 1979, 209-238. 18 R. Baetens, 'Scheepvaart in de Zuidelijke Nederlanden, 1650-1810', in: AGN, dl. 8, Haarlem 1979, 243. 19 Baetens, 'Organisatie', 90-91. 20 Bromley, Corsairs, 44. 21 H.E. Grootmeyer, 'De Admiraliteiten. Beknopt overzicht der diverse organisaties', in: Marineblad 1970, 472-474. 22 Magosse, Al die willen te kap'ren varen, 30-31 23 Francke, Utiliteyt36. 24 J.R. Bruijn, Varend Verleden. De Nederlandse oorlogsvloot tijdens de 17de en 18de eeuw Amsterdam 1998, 120-123; Verhees-van Meer, De Zeeuwse kaapvaan, 13-14. 25 Francke, Utiliteyt, 36. 26 Magosse, Al die willen te kap'ren varen, 41-42 en O. Lemaitre, 'Corsaires Ostendais d'a- près les dcmandes de lettres de marques (1673-1674)', in: The Belgian Ship/over 1963, din. 15-16, 78. 27 Francke, Utiliteyt, 54-62 en Verhees-van Meer, De Zeeuwse kaapvaart, 130-132. 28 ARB, Admiraliteit, nrs. 669-747. 29 Francke, Utiliteyt, 54-55 en S. Hart, 'De rederij', in: Maritieme Geschiedenis der Nederlanden MGNBussum 1977, dl. 2, 106-110. 30 Magosse, Al die willen te kap'ren varen, 86-87. 31 Verhees-van Meer, De Zeeuiuse kaapvaart, 34-35. 32 Francke, Utiliteyt, 58-59 en W.F. de Ligny, Kaapvaart en koopvaart vanuit Zeeland aan het begin van de 18de eeuw, onuitgegeven doctoraalscriptie, Utrecht 1987, 36. 33 Francke, Utiliteyt, 74. 34 R. Baetens, 'Sailors in the Southern Netherlands and Belgium 16th-l9th centuries)', in: P.C. van Royen, J.R. Bruijn en J. Lucassen (eds.), Those Emblems of Hell? European sailors and the maritime labour market, 1570-1870, Research in Maritime History, 13, St. John's (Newfoundland), 273-278. 35 Vogelaers, Nieuwpoortse kaapvaart, bijlage 2; C. Pfister-Langanay, Ports, navires et négo- ciants a Dunkerque (1662-1794), Dunkerque 1985, 517 en J. Parmentier, De maritie me handel en visserij in Oostende tijdens de achttiende eeuw. Een prosopografische analyse van de internationale Oostendse handelswereld, onuitgegeven doctoraatsverhandeling. Gent 2001, 825-826, 860 en 1011-1013. 36 M. Rediker, Between the devil and the deep blue sea. Merchant seamen, pirates and the Anglo-American maritime world, 1700-1750, Cambridge (Mass.) 1993, 167. 37 'Laarzen' is een aantal slagen met het eind van een stuk touw geven (Magosse, Al die ivillen te kap'ren varen, 75). 38 WvC, inv.nr. 97a, 236-237. Resoluties van 10 oktober 1673. 39 J. Lucassen,Zeevarenden', in: MGN, dl. 2, 141-142. 40 Dat deze buitgelden enorme proporties konden aannemen, bleek uit een proces waar bij de buitgelden van twee Oostendse bemanningsleden nog steeds niet waren uitbe taald. Ze hadden maar liefst recht op respectievelijk 257 en 294 gulden (Magosse, Al die willen te kap'ren varen, 109). 41 Francke, Utiliteyt, 158-163; H.C. Timewell, 'Guernsey privateers', in: Mariner's Mirror 56, 1970, 199-218 en J.Th.H. Verhees-van Meer, 'De Zeeuwse kaapvaart', in: Nehalennia 1986, 40-50. 42 Eén van de weinig gekende acties van commissievaarders en marineschepen vond plaats in februari 1691. Toen ontmoetten twee marinefregatten en enkele Zeeuwse commis sievaarders voor de kust van Normandië een vloot van een twintigtal Franse koop vaarders. De vloot werd slechts door één enkel fregat met 28 stuks geschut geëscorteerd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2008 | | pagina 44