MIDDELBURGSE COMMERCIE COMPAGNIE 71 27 A.E. Leuftink, Harde heelmeesters: zeelieden en hun dokters in de 18e eeuwZutphen 1991, 63-64. 28 Zie onder meer Van Alphen, 'The Female Side of Dutch Shipping', 125. 29 Reinders Folmer-Van Prooijen, Van goederenhandel naar slavenhandel, 117. 30 Voor een overzicht van de kapiteins bij de WIC, zie Den Heijer, Goud, ivoor en slaven 414-419. 31 ZA, MCC, nr. 510. 32 Een bekend voorbeeld is Evert Blonkebijle Corneliszoon (1696-1769), die tussen 1734 en 1748 zes reizen maakte in dienst van de MCC, om vervolgens in 1749 zelf directeur te worden. ZieJ.R. Bruijn, A.C. Meijer, A.P. Van Vliet (red.). Marinekapiteins uit de 18e eeuw: een Zeeuivs elftal, Den Haag Middelburg 2000, 65-82. 33 Reinders Folmer-Van Prooijen, Van goederenhandel naar slavenhandel, 121. 34 ZA, MCC, nr. 1187. 35 Bij de onkosten van iedere reis vinden we steevast een post 'kamerregt voor 't monste ren' (6 a 15 gulden) terug. 36 J. Lucassen, 'Zeevarenden', in: L.M. Akveld, S. Hart en W.J. van Hoboken (red.), Maritieme geschiedenis der Nederlanden 2, Bussum 1977, 134, en J. Francke "'Een Sware Equipage": de bemanningen van de schepen van de Admiraliteit Zeeland en de commissievaart tijdens de Negenjarige Oorlog (1688-1697)', in: Tijdschrift voor Zeegeschiedenis 2000, 120. 37 Zie bijvoorbeeld ZA, MCC, nr. 958. 38 ZA, MCC, respectievelijk nrs. 346, 552 en 607. 39 P.F. Poortvliet, Procuratien, testamenten, volmachten, assignatiën van schepelingen tot het ontvangen van maandgelden, 1721-1802, Den Helder Vlissingen 1994, 146. 40 Van Royen, Bruijn and Lucassen (ed.), Research in Maritime History, 49-56, en Bruijn en Lucassen (red.), Op de schepen der Oost-Indische Compagnie, 19-22. 41 Bruijn, 'Zeevarenden, 151. 42 Van Royen, Bruijn and Lucassen (ed.), Research in Maritime History, 50-53. Voor spe cifieke cijfers in verband met de Admiraliteit van Zeeland, zie Bruijn, Meijer en Van Vliet (red.), Marinekapiteins, 25. 43 Den Heijer, Goud, ivoor en slaven, 106. 44 Bruijn en Lucassen (red.), Op de schepen der Oost-Indische Compagnie, 21. 45 Bruijn, Varend verleden243. 46 Van Gelder, Het Oost-Indisch avontuur, 55. 47 Bruijn en Lucassen (red.). Op de schepen der Oost-Indische Compagnie152. 48 ZA, MCC, nr. 610. Blonkebijl was op dat moment kapitein van de jonge Jacob-, het schip was bezig aan een reis naar West-Indië en lag voor anker in Curasao. 49 ZA, MCC, nr. 226.2. 50 ZA, MCC, nr. 475. 51 ZA, MCC, nr. 594. 52 Het gaat om een brief van kapitein Jan Van Sprang, van het slavenschip De Vis (8 mei 1775). ZA, MCC, nr. 1135. 53 ZA, MCC, nr. 1201. 54 De lonen werden in de bronnen afwisselend opgegeven in guldens of in ponden Vlaams (1 pond Vlaams 6 gulden). In de databank werden ze geformuleerd in ponden Vlaams, maar aangezien de auteurs die over de VOC, de marine enz. schrijven, guldens gebruiken, heb ik de ponden Vlaams in deze bespreking ook omgezet in guldens. 55 J- Everacrt, De Franse slavenhandel. Organisatie, conjunctuur en sociaal milieu van de driehoekshandel, 1763-1793, Brussel 1978, 25. 56 Reinders Folmer-Van Prooijen, Van goederenhandel naar slavenhandel, 124. 57 Reinders Folmer-Van Prooijen, Van goederenhandel naar slavenhandel, 123. 58 ZA, MCC, nr. 1319.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2008 | | pagina 73