EQUIPAGEMEESTERS VAN DE ADMIRALITEIT
81
compenseren met - onder andere de inrichting van de Vlissingse haven. En met
de val van het Zeeuws-Vlaamse Sluis in 1587 kwamen de Spaanse troepen wel heel
dicht bij de Zeeuwse of liever Walcherse grens.26 Deze redenen en de toegeno
men bedrijvigheid in de haven van Vlissingen zullen de Raden ter Admiraliteit er
ongetwijfeld toe hebben aangezet de maritieme activiteiten te laten superviseren
door een equipagemeester.
Waarom nu juist in 1591 een equipagemeester in Zierikzee werd aangesteld is niet
echt duidelijk. Misschien kan de creatie van dit ambt in Zierikzee als onderdeel
van het grote offensief tussen 1590 en 1594 van Maurits van Oranje worden
gezien. Echte zekerheid hieromtrent bestaat echter niet.
Het aanstellen van een equipagemeester te Middelburg mag beschouwd worden
als een eindpunt van de steeds groeiende machtsontplooiing van de Zeeuwse
Admiraliteit. Als men rekening houdt met het feit dat Middelburg tot de stem
hebbende steden in de Staten van Zeeland behoorde, en een equipagemeester voor
grote werkgelegenheid binnen de stad zorgde, kan het geen verwondering wekken
dat ook deze stad haar deel eiste. Waar de equipagemeesters van Veere en
Vlissingen werden aangesteld om de oorlogsinspanningen tijdens de Tachtigjarige
Oorlog te dragen, werd in Middelburg het ambt ingesteld naar aanleiding van de
Eerste Engelse Zeeoorlog (1652-1654).27 Toch blijken de activiteiten in de acht
tiende eeuw zodanig achteruit te zijn gegaan, dat de Middelburgse equipage
meester enkel nog het Admiraliteitsjacht zeilklaar hoefde te maken.
De periode van grootste bedrijvigheid van alle equipagemeesters ligt na 1660. Na
de Eerste Engelse Zeeoorlog besloot de Zeeuwse Admiraliteit te stoppen met het
tot dan toe gebruikelijke systeem van het kopen of huren van schepen bij particu
liere werven. In plaats daarvan besloot men een staande vloot van zestig oorlogs
bodems uit te bouwen.2s Het spreekt voor zich dat de equipagemeester hier zijn
belang sterk kon doen gelden. In alle equipagerekeningen gingen enorme bedra
gen om.
De opflakkering was echter van korte duur. De minder gunstige afwikkeling van
de volgende zeeoorlogen en de achteruitgang van de economie tegen het einde van
de zeventiende eeuw deden de maritieme activiteiten in Zeeland zienderogen
achteruit gaan. Hoewel er tijdens de achttiende eeuw ook nog een aantal grote
vlootuitredingen plaatsvonden, werden deze voornamelijk aan de Vlissingse equi
pagemeesters uitbesteed. De gelden die in de andere equipagerekeningen omgin
gen, verzinken dan ook in het niet vergeleken met die van Vlissingen.
De taak van de equipagemeester
In tegenstelling tot wat men in eerste instantie onder equiperen kan verstaan, was
de equipagemeester niet verantwoordelijk voor de werving van het boordperso-
neel. Dit was de taak van de commissaris ter monstering. Het takenpakket van de
Zeeuwse equipagemeesters kan in drie grote luiken worden onderverdeeld. Eerst
en vooral dienden ze allerlei equipagegoederen te bestellen bij particulieren en daar
ook voldoende stockageruimte voor te voorzien. Daarnaast dienden ze de Staatse
oorlogsvloot uit te bouwen, uit te rusten en natuurlijk te onderhouden. Ook de
organisatie van het transport van allerhande goederen en personen tussen de vier
verschillende marinehavens behoorde tot hun verantwoordelijkheden.