FINANCIËN VAN DE ZEEUWSE ADMIRALITEIT 95 1747 werd door de Staten van Zeeland geen Eerste Edele erkend en telde de Raad ter Admiraliteit dus slechts negen leden. De Zeeuwse zetels in de raad werden dus altijd qualitate qua door de Gecom mitteerde Raden van Zeeland bezet. Uiteraard leidde dit tot conflicten wanneer de belangen van het gewest niet overeenkwamen met die van de Generaliteit. De Zeeuwse Gecommitteerde Raden vergaderden 's morgens als dagelijks bestuur van de Staten van Zeeland en 's middags, samen met de niet-Zeeuwse raden, als Raad ter Admiraliteit. Zaken waarover moeilijkheden verwacht werden, konden dus gemakkelijk geregeld worden in de Staten of in de wandelgangen (de Staten en de Admiraliteit waren beide in de Abdij van Middelburg gevestigd)." Werkzaamheden De belangrijkste taaie van de Admiraliteit was uiteraard de zorg voor de vloot. In haar thuishavens had zij faciliteiten voor de uitrusting, het onderhoud en de bevoorrading van de schepen. In feite werden in de achttiende eeuw alleen in Vlissingen en Veere oorlogsschepen gebouwd, onderhouden, uitgereed en opge legd. Hiertoe had de Admiraliteit respectievelijk drie en twee scheepshellingen tot haar beschikking. Daarnaast lag in Vlissingen een groot dok (een met sluisdeuren afgesloten bassin waar ongeveer tachtig oorlogsschepen konden worden onderge bracht) en kwam in 1705 een droogdok gereed, dat in de achttiende eeuw door gaans in slechte staat van onderhoud verkeerde.12 Afb.2. Zilveren afslag van het zegel van de Admiraliteit van Zeeland door muntmeester Mattijs Hooft. Ontwerp Ludolf Bakhuysen, 1666. Zeeuws Archief, coll. KZGW, zegelverzameling inv.nr. 25-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2008 | | pagina 97