THEATRUM ANATOMICUM
99
weer een kans gekregen. Al in september 1672 werd het aan de predikant Johannes
de Mey vergund om in het verlaten auditorium van de school colleges te verzor
gen over 'alle deelen der filosofische wetenschappen.79 Het was in dit klimaat dat
De Mey in de jaren 1673-1675 zijn Euzooia samenstelde, een beschrijving van de
manier waarop volgens hem de ideale staat zou moeten worden vormgegeven. De
Meys Euzooia zou een maatschappij moeten worden, waarin als gevolg van een toe
genomen welvaart meer vrije tijd zou komen, waardoor de mensen in staat zouden
zijn om meer tijd aan studie te besteden: bijbelstudie ten eerste, maar ook natuur
studie. Een bijzondere rol zag hij daarin weggelegd voor 'grote kameren' (musea)
als verzamelplaats van objecten van kennis en als bron van ontspanning. Het is
veelzeggend dat De Mey zijn beschouwing opdroeg aan de 'seer geleerde heren'
Anthony Everaerts, Cornelis van de Voorde - 'beyde seer vermaarde heelmeesters'
en Isaac van Hoornbeek, de rector van de Latijnse School. Op dat moment waren
zij immers dé Middelburgse iconen van onderzoekende geleerdheid, zoals die De
Mey voor ogen stond.80 In april 1676 besloot de stadsregering om de Middelburgse
Illustere School ook officieel nieuw leven in te blazen door naast De Mey ook
Momma tot hoogleraar te benoemen. Bij de inauguratie op 11 juni 1676 werden
kosten noch moeite gespaard om de onafhankelijkheid van de stad te benadrukken.
Maar de vreugde bleek van korte duur. De zwaar geschoffeerde Classis Walcheren
richtte zich tot de prins van Oranje die op formele gronden wel moest ingrijpen. De
eigenzinnige stadsregering moest bakzeil halen en Momma moest Zeeland verlaten.
Daarmee was de Middelburgse instelling voor hoger onderwijs weer voor decennia
gedoemd tot de vroegere sluimerende status. Een strenge kerkelijke tucht zou voor
jaren een verdere uitbouw van intellectueel leven in Middelburg smoren. De zware
economische crisis waarin Middelburg na het rampjaar in terecht was gekomen,
deed de rest. Volgens Ferdinand Gruiwardt, de arts die in 1666 van Middelburg
naar Goes was verhuisd, was in 1678 'de negotie' van Middelburg met driekwart
afgenomen, was een zesde deel van Middelburg ontvolkt en waren de huizen dat
jaar met twee derde in waarde afgenomen.81 Behalve uitgever Willem Goeree kozen
in deze jaren daarom meer mensen eieren voor hun geld. Samuel Boone, ooit bele-
der van het chirurgijnsgilde, liet in 1679 de chirurgie varen en ging in de handel
om uiteindelijk commissaris van de Desolate Boedelskamer te worden. Zijn collega
Frangois de Klerk, chirurgijn van het Oudenmannenhuis, werd wijnkoper. De arts
en oud-chirurgijn Samuel du Pré, schoolde zich in Harderwijk om tot advocaat.
Datzelfde deed ook de arts Johannes Roman die in 1680 te Leiden in de rechten
promoveerde. Hun collega, de arts Cornelius Tissingh was in 1678 al predikant te
Renesse geworden. De arts Jacob d'Outreleau concentreerde zich in 1679 vooral op
zijn apotheek en de arts Adrianus Vereist vertrok naar Veere, om daar uiteindelijk
burgemeester te worden.
Betekenis
De Zeeuwse anatomiekamer: een intellectueel en cultureel convergentiepunt
Wat is de betekenis geweest van de Middelburgse anatomiekamer en de twee daar
mee te relateren colleges? Kan aan dit medische initiatief inderdaad een bredere
culturele betekenis worden toegekend, op een wijze zoals door Rupp is beschreven