108
THEATRUM ANATOMICUM
Het Middelburgse theatrum in landelijk perspectief
Welk belang kan worden toegekend aan de in 1656 gestichte Middelburgse ana-
tomiekamer? Uit het voorgaande mag duidelijk zijn geworden dat de lokaliteit in
de ruim twintig jaar voorafgaande aan de teloorgang in 1679 inderdaad meer is
geweest dan een puur anatomisch gericht gebeuren. De publieke lessen, het dis
cours tussen artsen, chirurgijns en andere intellectuele belangstellenden, de verza-
melcultuur en de hiermee verbonden sociabiliteit, dat alles heeft veel weg van wat
later in de achttiende eeuw in genootschappelijke vorm gestalte heeft gekregen.
De bijeengebrachte bibliotheek en de dito collecties van naturalia en schilderijen
passen prachtig in het model van 'cultureel convergentiepunt' dat door Rupp is
geschetst voor de anatomische theaters van Leiden, Amsterdam en Delft. Door deze
activiteiten en die van andere informeel georganiseerde intellectuele collegia die in
diverse Nederlandse steden bijeenkwamen, lijkt de ogenschijnlijke afwezigheid van
officiële genootschappen in de Noordelijke Nederlanden in belangrijke mate ver
klaard. De wetenschappelijke interesse in de geürbaniseerde zeventiende-eeuwse
Nederlanden heeft zich eenvoudigweg anders georganiseerd dan in het omringende
buitenland, namelijk op een eigen manier die paste bij de gedecentraliseerde, maar
sterk geürbaniseerde structuur van het land."3 Daarmee is tevens opnieuw beves
tigd dat er in Zeeland in de zeventiende eeuw wel degelijk sprake is geweest van
een 'practisch wetenschappelijke subcultuur van gelijkgestemden.114 Een subcul
tuur die zich zelfs gedurende ongeveer 25 jaar in een institutioneel verband heeft
weten te organiseren.115
Doordat de Middelburgse anatomiekamer in hoofdzaak geboren en getogen Zeeu
wen bediende, die na hun studie buiten de provincie weer naar Zeeland terugkeer
den, is de landelijke uitstraling van de Middelburgse activiteiten beperkt gebleven.
Beperkter althans, dan die van de anatomische theaters in bijvoorbeeld Leiden,
Amsterdam en Delft. Geheel afwezig was deze echter niet. Tot ver in de achttiende
eeuw is Middelburg een belangrijk centrum voor de productie van chirugijns-
leerboeken gebleven.116 Wel moet gezegd worden dat het in Zeeland uitgevoerde
onderzoek door Everaerts, Van de Voorde, of De Heyde maar betrekkelijk wei
nig is opgemerkt.117 Waar zelfs in de huidige tijd velen nog de naam kennen van
microscopisten als Swammerdam en Van Leeuwenhoek, is De Heydes reputatie als
Nederlands derde publicerende microscopist slechts bij een selecte groep mensen
bekend.118
Ook getuigenissen van bezoeken aan de Zeeuwse anatomiekamer zijn er niet. De
locatie werd in elk geval mét bezocht door potentieel geïnteresseerde reizigers die
Middelburg in die tijd aandeden. De Engelse natuurhistoricus John Ray bijvoor
beeld, die in maart 1663 in Middelburg langskwam, ging aan de Zeeuwse preparaten
voorbij, terwijl hij kort daarna in Brussel wél vijf door Louis de Bils geconserveerde
lichamen bewonderde, en ook in Delft en Leiden de anatomiekamer bezocht.119
Ook de arts Balthasar de Monconys, die eveneens in 1663 de Zeeuwse hoofdstad
aandeed, werd niet op het Middelburgse theatrum attent gemaakt, terwijl hij op
het Molenwater wél kunstschilder Johannes Goedaert opzocht, net als diens uitge
ver Jaques Fierens in de nabijgelegen Giststraat.120 Vandaaruit kon hij het Middel
burgse Gasthuis zo ongeveer zien liggen. De Engelse medicus Edward Browne, die
in 1668 Middelburg bekeek, had van een lokale anatomiekamer evenmin weet. En
dat terwijl hij zowel in Leiden als Amsterdam Velerlei curieusheden in de Anatomy