122 THEATRUM ANATOMICUM op het proefschrift De Epilepsia. Lid collegium circa 1670. Begraven Nieuwe Kerk. Woonde bij overlijden in mei 1680 in de Gortstraat. Bijzonderheden: Proefschrift opgedragen aan: Petrus Bulttynck, vader en koopman; Hugo van de Brande, M.D. en op dat moment overdeken van het Middelburgse chirurgijnsgilde; Hen- drick Snoeck, chirugijn en diaken re Middelburg; Franciscus de le Boë Sylvius en Johan van Horne, de twee laatsten hoogleraren te Leiden. In de tekst van het proefschrift wordt zowel aan De le Boë Sylvius (stelling xiii) als aan Van Horne (stelling xiv) gerefereerd. 22. Elias Sautijn [Soutijn] (Middelburg, 1652 - Middelburg, 1694) Zoon van Jacob Sautijn en Ursula Hazel. Leerling Latijnse School Middelburg 1663. Student te Leiden 1674. Disputeerde te Leiden 1676 op een Disputatio medica de maniaonder het presidium van Theodoor Craanen. Promotie te Harderwijk 1677 op het chirurgische proef schrift De gangraena et sphacelo ex inflammatione oriundis (op dezelfde dag als Johannes van der Burcht uit Middelburg, die in de rechten promoveerde). Getrouwd 1676 met Catharina de Mey, dochter van ds. Johannes de Mey en Wilhelmina van Dryen. Lid collegium circa 1677. Was volgens boekenlijst uit 1746 'Eerste Stadsdocter ter Admiraliteit'. Begraven in de Oude Kerk. Woonde bij overlijden in de Sint Pieterstraat. Bijzonderheden: Leidse disputatie opgedragen aan: Jacob Sautijn, vader; Theodoor Craanen, hoogleraar, en Burchard de Volder, hoogleraar. Het Harderwijkse proefschrift is eveneens aan vader Jacob Sautijn opgedragen. De broers Jacob en Jan Sautijn waren kaapvaarders. Dochter Catharina Ursula Sautijn (geb. 1682) trouwde in 1706 met de Middelburgse arts David van Visvliet (1680-1727). 23. Isaac Loens (1651 - Middelburg, 1699) Zoon van onbekend. Leerling Latijnse School Middelburg 1663. Student te Leiden 1671Pro motie niet gevonden. Lid collegium circa 1679. Dokter Waalse diaconie 1679. Examinateur chirurgijns WIC 1680. Thesaurier van Middelburg 1684. Gasthuisdokter 1692. Gehuwd met Margarieta Buteux (overl. na 1718), met wie ten minste twee kinderen. Begraven in Waalse Kerk. Woonde bij overlijden in de Lange Delft. Niet genoemd op ledenlijst, maar na 1671 mogelijk toch lid van het collegium: 24. Johannes la Rore [Laroore] (Middelburg, 1625 - Middelburg, 1677) Zoon van Roelant de Larore (overl. 1631) en Anna Focquedeijs. Géén leerling Latijnse school Middelburg. Student te Utrecht 1651. Promotie (privatum) oktober 1651 bij Henricus Regius. Komt niet voor op de ledenlijst van het collegium, maar wordt mogelijk toch lid na zijn benoe ming tot dokter van de Waalse diaconie in 1671. Getrouwd in 1655 te Domburg met Maria des Pres [du Pré] (overl. 1682). Ouderling 1677. Begraven in de Koorkerk. Bijzonderheden: Het echtpaar Larore kreeg twaalf kinderen, waarvan er vier een volwassen leeftijd bereikten. Als peter bij de doop van de tweede zoon trad in 1657 op Alexander Wed- derburn, predikant van de Engelse gemeente te 's-Hertogenbosch, de vader van dr. John Wed- derburn (nr. 10). Als peter bij de doop van het derde en tiende kind trad in 1658, resp. 1669, op Larores zwager Johannes du Pré, de vader van dr. Samuel du Pré (nr. 13). Op een mogelijk lidmaatschap van het collegium wijst niet alleen het feit dat Johannes Larore vanaf 1671 prakti seerde aan een officiële Middelburgse verpleeginstelling, maar ook dat hij door Van de Voorde, samen met Anthony Everaerts werd aangeduid als 'konstgenoot'.167

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2009 | | pagina 124