132 THEATRUM ANATOMICUM Hendrikz deken, Hendrik Snouck, Joost Peys beleders en Jasper Braems busmeester'. Zie: W.O. Swaving, Catalogus van het Stedelijk Museum van Oudheden (Oudheidkamer) te Middelburg. Vierde aangevulde druk, Middelburg 1910, nr. 61. 53 J.C. de Man, De Geneeskundige School te Middelburg, hare lectoren en leerlingen. 1825- 1866, 2 dln., Middelburg 1902. 54 Schoute, Schets45. 55 Van de Voorde en De Heyde, Nieuw lichtende fakkel, 571. Dit dijbeen werd later door De Heyde afgebeeld in zijn 'Ontleed- Genees en Heelkundige Observatien of Waar nemingen', opgenomen in: A. de Heide, Nieu Ligt der Apothekers. Beneffens enige ontleed-, genees en heelkundige waarnemingen, Amsterdam 1682, 87 en afb. VI. 56 De Man, Geneeskundige School, 37-38. 57 Ibidem. Zie ook de Catalogus der boek- en plaatwerken en van de verzamelingpraeparaten, toebehoorende aan de voormalige geneeskundige school te Middelburg, [z.pl.] 1873. 58 Swaving, Catalogus, nr. 129. Zie ook: Schoute, Schets. Diens identificatie van de afge beelde anatoom als de in 1716 als lector aangetreden Arnoud Helvetius moet worden verworpen, zowel op grond van de zeventiende-eeuwse kledij, als op grond van het nor male postuur van de anatoom. Genoemde Helvetius was namelijk bekend 'wegens zijne alom beruchte onbeschofte lichaamsgestalte'. Mogelijk betrof het hier een erfelijke aan doening aangezien ook zijn grootvader J.E Helvetius als dwerg is beschreven. 59 In 1613 wordt de stadsgeneesheer Karei Frank (of Fran^oisz) genoemd als oudste lid van dit collegium, dat toen uit de stadsgeneesheren Caspar Pelletier en David d'Outreleau was samengesteld. Over de werkzaamheid van dit eerste collegium is verder nauwelijks iets bekend. Vgl. Fokker en De Man, Levensberichten, 53-54, Meertens, Letterkundig leven, 441, en C. de Waard, in: Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek II, kol. 1049. 60 In zijn functie van Gasthuisdokter was Petrus Burs opgevolgd door de arts Hugo van den Brande. 61 J.C. de Man, De kinderen en kindskinderen van Johannes de Larore, Medicinae doctor te Middelburg in deXVLLe eeuw, Middelburg 1907. Johannes Larore was in 1651 te Utrecht gepromoveerd, kort na Ferdinand Gruiwardt. 62 Johannes Roman (Middelburg 1647-Middelburg 1705) werd in 1661 ingeschreven als leerling van de Middelburgse Latijnse School. In 1668 werd hij student te Leiden. Daar promoveerde hij in 1670 op een Disputatio medica inauguralis de dysenteria (opgedragen o.a. aan zijn oom Anton Arnoldi en de Middelburgse stadsarchitect Lodewijk Jolijt). In oktober 1672 adverteerde hij in de Oprechte Haerlemse Courant als 'Med. Dr.' te Mid delburg met natuurfilosofische boeken uit de nalatenschap van zijn vader. Was opnieuw student te Leiden in 1680. Promoveerde toen in de rechten op het proefschrift De emp- tione venditione (opgedragen aan Paulus Ways, secretaris van Koudekerke en 'kenner van de wiskunde'). Was daarna werkzaam als advocaat. Werd in 1705 in de Oude Kerk begraven. Woonde bij zijn overlijden op de Herengracht. 63 'Decreta et Statuta, Medicos in Urbe Medioburgensi Praxin exercentes collegialiter con- sideratos, concernentia cujus Collegii Renovatores, Legemque sequentium Conditores sunt A. Everhardus, F. Michiels, C. van de Voorde, F. Baute, G. Tressel, J. Lippins, J. Biscop, J. Monje, H. v.d. Brande, J. Wedderburne, J. Michiels, Ao. 1668. Zindelijk Exemplaar, op Pergament geschreeven, en met geïllumineerde Wapens van de voorschr: Stichters versierd, in een maroq: spiegelband.' Beschrijving uit veilingcatalogus van de bibliotheek van de Middelburgse arts Egbert Philip van Visvliet, zoon van Meinard van Visvliet, die van 1741-1750 lector anatomie was. Dit manuscript was op deze veiling voor 9 gulden en 7 stuivers gekocht door de toen al bejaarde arts Leonard Loijsen Boom, die het in na zijn dood aan de stad Middelburg naliet. Voor de twee afschriften, zie bij lage 1. 64 Een afschrift van deze stedelijke ordonnantie uit 1624 is in de collectie Fokker (UBA) Vgl. ook J.C. de Man, 'De wettelijke bepalingen op het vroegere leveren van medicynen door doctoren te Middelburg', Archief, vroegere en latere mededeelingen voornamelijk in

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2009 | | pagina 134