ZELFPORTRET
147
Meertens
Pieter Johannes Meertens was op 6 september 1899 geboren in Middelburg. Zijn
ouders verhuisden, nadat Piet het Middelburgse gymnasium had gedaan, naar
Utrecht om de kinderen te kunnen laten studeren. Na zijn studie Nederlands wordt
Meertens in 1924 korte tijd leraar (Woerden, Doetinchem), maar dat was geen suc
ces en zijn aanstelling werd niet verlengd. Terug in Utrecht kreeg hij een bescheiden
positie aan de Universiteitsbibliotheek. Meertens was ondertussen begonnen aan
een proefschrift over de letterkunde in Zeeland en hij had vooral interesse gekregen
in volkskundige tradities en regionale geschiedenis. Voor het vergaren van materiaal
kwam hij in de vakanties naar Zeeland om archieven te bezoeken en om dingen te
horen die hij kon gebruiken - hij zegt het zelf bijna zo in zijn dagboek. Meertens
logeerde dan bij familie en kennissen en vormde zich zorgvuldig een netwerk van
relaties. Zo kwam hij in 1926 ook in contact met Daan Poldermans.
Als binnen de Koninklijke Akademie van Wetenschappen een commissie wordt
opgericht die de Nederlandse dialecten in kaart moet brengen, wordt Meertens
in 1930 secretaris van die commissie. Uiteindelijk zal deze commissie zich tot een
instituut ontwikkelen, een bureau, dat behalve de studie van dialecten, ook de
volkskunde en de naamkunde onder zich krijgt. Meertens wordt directeur van dit
instituut dat bij zijn tachtigste verjaardag ook zijn naam krijgt.
Het proefschrift, Letterkundig leven in Zeeland in de zestiende en de eerste helft der
zeventiende eeuw, zal Meertens lang bezighouden. Uiteindelijk promoveerde hij in
1943 in Utrecht bij C.G.N. de Vooys.
Afb. 2. P.J. Meertens als beginnend secretaris van de dialectcommissie. Zeeuwse Bibliotheek.