12
ZEEUWSE MEISJES
De dagbladen deelen een verhaal mede van een meisje welk
dat zich bevinden zou in de gevangenis voor jeugdige vrouwelijke
veroordeelden te Montfoort dat, wegens medepligtigheid aan dief
stal door eene {welke?) Zeeuwsche regtbank toen het 4 y2 jaar oud
was zou zijn veroordeeld {wanneer?) tot eene gevangenis-straf van
vijf jaren. Het verhaal komt ons te ongeloofelijk voor, om door
iemand van verstand te worden aangenomen en het kan niet wel
iets anders zijn dan een canard. Niettemin achten wij het zeer
wensehelijk, dat het officieel worde tegengesproken.
Afb. 2. Fragment uit het Weekblad van het Regt 1870, nr. 3192 (21 maart), pagina 6. Coll.
auteur.
De dagbladen deelen een verhaal mede van een meisje (welk?), dat zich bevinden zou in de gevange
nis voor jeugdige vrouwelijke veroordeelden te MONTFOORT, dat, wegens medepligtigheid aan
diefstal door eene (welke?) Zeeuwsche regtbank, toen het 4'A jaar oud was, zou zijn veroordeeld
(wanneer?) tot eene gevangenis-straf van VIJF JAREN. Het verhaal komt ons te ongelofelijk voor,
om door iemand van verstand te worden aangenomen, en het kan niet wel iets anders zijn dan een
canard. Niettemin achten wij het zeer wensehelijk, dat het offcieel worde tegengesproken.'8
Exact zijn de vermelde gegevens niet. De zaak bevindt zich kennelijk nog in het
geruchtenstadium. Daaraan komt een eind als iemand uit Goes aan de NRC de
kerngegevens van het vonnis meedeelt. Is het de eerder genoemde substituut-grif-
fier geweest? Het Weekblad neemt dit bericht over,19 en zegt in een volgend num
mer 'voor de eer van ons land en van onze rechtspraak nog altijd (te hopen) dat
de dagbladen niet goed ingelicht zijn'.20 Die hoop is tevergeefs. Het volledige von
nis komt beschikbaar en wordt op verschillende plaatsen gepubliceerd, ook in het
Weekblad.21 Het ongelooflijke blijkt dus waar te zijn. In de woorden van de redactie
van het Weekblad
Wat wij hielden voor een fabel, voor een sprookje uit de duizend en één nacht, is eene bedroevende,
maar waarachtige geschiedenis bevonden te zijn; en het is nu gebleken, dat er waarlijk eene Neder-
landsche regtbank gevonden wordt, die kinderen van VIJF en NEGEN jaren, tot gevangenisstraf van
zeven en een halfjaar veroordeelt.22
Na zich eerst nog afgevraagd te hebben of'het onbeperkt vertrouwen in onze
regters' - reden genoeg om geen juryrechtspraak te willen - wel terecht is, komt
de redactie vervolgens meer to the point. Is soms de 'zeer merkwaardige' ministe
riële circulaire uit 1861, die is gericht op de beperking van de strafvervolging van
kinderen, ingetrokken? En een tweede punt: de rechtbank heeft in het geheel niet
omschreven wat zij onder oordeel des onderscheids verstaat en evenmin waaruit dat
in dit geval is gebleken.
Eéne zaak echter weten wij wel, dat, al zeggen honderd gemotiveerde of ongemotiveerde vonnissen
met of zonder wettige bewijsmiddelen het tegendeel, wij dat oordeel des onderscheids, zoo als de wet
het vordert, niet aannemen bij een kind van NEGEN, veel minder bij een kind van VIJF jaren.