De correspondentie 148 ZELFPORTRET Meertens bleef na zijn vertrek uit Middelburg altijd nauwe banden houden met Zeeland. Zo schreef hij in Archief van het Zeeuwsch Genootschap, in het Zeeuws Tijdschrift en was hij rubrieksredacteur voor de Encyclopedie van Zeelandbij talloze verenigingen, instellingen en vieringen was hij direct of indirect betrokken of heeft hij lezingen of redevoeringen gehouden. Piet Meertens bleef ongehuwd, zijn ware aard liet hij slechts aan enkele intimi kennen. Bij zijn overlijden (28 oktober 1985) liet dr. P.J. Meertens een omvangrijk archief na. Een groot deel ervan is ondergebracht in de Amsterdamse Universiteits bibliotheek. Boeken, brieven en documenten die op een of andere manier betrek king hebben op Meertens' geliefde provincie Zeeland werden geschonken aan de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg. De briefwisseling van Poldermans met drs. P.J. Meertens begint in 1926 en eindigt in het najaar van 1937, enkele maanden voordat Poldermans blind wordt door een herseninfarct. Bij het eerste contact werkt de bijna vijftigjarige hoofdonder wijzer aan zijn uitgave van een rederijkersspel. Vanzelfsprekend doen zich daarbij allerlei taalkundige en filologische problemen voor. Ook legt Poldermans Meertens de mogelijkheden van een tekstuitgave voor, die dan in 1930 in Archief van het Zeeuwsch Genootschap een plaats zal vinden.8 De voorbereiding van deze uitgave van het Spel van de Stathouwer is dan ook in de eerste brieven sterk aanwezig. Over deze uitgave en de inhoud van het spel een enkel woord dat dienstig kan zijn bij het lezen van Poldermans' brieven. Op zoek naar gegevens over gilden en in het bijzonder boogschuttersgilden, waar voor hij uit folkloristisch oogpunt belangstelling had, kwam Poldermans in het gemeentearchief van 's-Gravenpolder twee dozen tegen met het archief van de rede rijkerskamer van St. Barbara 'De Fiolieren'. In een van de bewaard gebleven com paritieboeken, het boek dat loopt van 1717-1740, komt een register van de boeken van Rethorika voor dat de titels van de meeste der bewaard gebleven spelen bevat (vgl. Poldermans' uitgave uit 1930, blz. 90 e.v.). Een van de redelijk complete en betrekkelijk overzichtelijke stukken was een spel in twee afschriften dat Poldermans de naam gaf Spel van de Stathouwer.9 De inhoud van het spel bleek een bewerking te zijn van een zeer bekend en interna tionaal verspreid verhaal. In zijn inleiding ontleent Poldermans het bekende verhaal aan de editie van de kroniek van Reigersberch door Boxhorn uitgegeven.10 Deze versie van het verhaal is verbonden met hertog Karei de Stoute en diens stadhouder in Zeeland. Deze stadhouder heeft in het verhaal zijn dwalend oog laten vallen op de vrouw van een ondergeschikte. Deze wijst zijn toenadering af, waarop hij haar man gevangen zet en haar chanteert. Vervolgens dwingt hij haar tot overspel, maar tegen zijn belofte om haar wettige en beminde echtgenoot vrij te laten, doodt hij deze. Als ze haar man terugziet, ligt hij in een doodskist. De vrouw doet hierop onverwacht een beroep op de hertog, die de stadhouder en de vrouw onafhankelijk van elkaar ontbiedt en hen met hun verklaringen confronteert. De hertog dwingt een huwelijk af en arrangeert de voorwaarden, waarbij het gehele bezit na de dood van de stadhouder aan de vrouw of haar wettige kinderen zal toevallen. Vervolgens

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2009 | | pagina 150