ZELFPORTRET
149
berecht hij de stadhouder en laat hem terechtstellen. De vrouw ziet op dezelfde
manier nu haar tweede echtgenoot in een kist. Ziek van ellende door alles wat ze
heeft meegemaakt, bezwijkt ze, waarna haar kinderen de volle erfenis krijgen. Dat
is in het kort de inhoud van het rederijkersspel dat Poldermans heeft ontcijferd en
prominent in het eerste deel van de correspondentie aanwezig is.
Een tweede thema in die tijd in de brieven is de oprichting en het reilen en zeilen
van de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialect-onderzoek, waarin Leo van Breen de
hand had. Deze Van Breen was enkele jaren intiem bevriend met Meertens, maar
Poldermans vond hem een blaaskaak." Opvallend is dat Poldermans ondanks zijn
leeftijd en zijn verdiensten met name als dialectschrijver toen nog geen lid van
het Zeeuwsch Genootschap was en aanvankelijk ook buiten de dialectvereniging
stond.12 Later wordt Poldermans een gewaardeerd correspondent van het dialect
bureau waar Meertens de scepter zwaait.
Veel technische aspecten en inhoudelijke details die betrekking hebben op archief
onderzoek, filologische kwesties en dialectverschijnselen hoewel bepaald niet
zonder belang zijn in de volgende brieven aanwezig. Maar voor wie kiest voor
volledige brieven, is er geen keus.
Voor tenminste één thema in de correspondentie moet serieuze aandacht worden
gevraagd. Uit de brieven valt op te maken dat Poldermans zich in deze jaren in
toenemende mate ging interesseren voor allerlei folkloristische tradities, zoals kin
derspelen en kermisgewoontes, maar bovenal zien we dat hij belangstelling krijgt
voor familienamen. Weliswaar gist hij niet altijd juist (bijv. bij Mesu dat hij ten
onrechte afleidt van 'monsieur'), maar ondertussen wijst hij Meertens voortdurend
op dit braakliggend terrein van onderzoek en op de structurele relatie tussen voor-
en achternamen.13 Meertens zal pas in de jaren vijftig op basis van het materiaal van
zijn instituut gaan publiceren over familienamen, waarbij hij eerder genealogische
en historische verbanden legt dan etymologische oplossingen biedt. Het is buiten
gewoon verrassend om in de brieven van Poldermans te lezen hoe deze Meertens
voortdurend op allerlei verschijnselen wijst.
De correspondentie is vriendelijk en gaandeweg - als Meertens ook enkele keren bij
Poldermans op bezoek is geweest zeer hartelijk. Toch is er ondanks het leeftijds
verschil van ruim twintig jaar een zekere eerbied van de oudere hoofdonderwijzer
voor de jonge academicus. De schoolmeester mist de wetenschappelijke vorming
maar is zich desondanks bewust van zijn talent en kennis.
De brieven worden hier integraal weergegeven in chronologische volgorde. Brieven
of fragmenten uit de brieven van Meertens zijn niet opgenomen. Het zou deze uit
gave te omvangrijk maken, ondanks het feit dat er heel wat brieven van Meertens
zijn weggeraakt. Dat laatste is op zichzelf al een reden om deze uitgave te beperken
tot Poldermans. Bovendien is Meertens' correspondentie materiaal voor zijn bio
graaf. Die brieven zijn trouwens over het algemeen vaak kleurloos en weinigzeg
gend. Wel is in de noten relevante informatie uit zijn brieven opgenomen.
Waar mogelijk zijn spelling en interpunctie in de teksten zo getrouw mogelijk weer
gegeven, al is hier en daar een komma toegevoegd en voor de duidelijkheid een
enkel woord cursief gezet. Verder wordt Poldermans gerespecteerd. Een uitzonde
ring geldt echter Poldermans' overdreven voorkeur voor accenttekens. Bijkans elk
ook wordt bij hem óókja elk woord zou hij bij voorkeur accentueren. Want immer
zoekt hij de levende spreektaal! Hier is een en ander gereduceerd, maar overgeno-