166
ZELFPORTRET
interessant, maar ik ben er nog niet naar m'n zin mee klaar. Van de winter dus
voortzetten naar ik hoop.
Als ge me nu terug schrijft - en ik hoop, dat dit niet al te lang zal duren hoorde
ik graag eens zooveel mogelijk van Uw nieuwe werkkring, ook of dat werk u bevalt.
Maar dat zal wel. Als ik U omtrent het Zeeuwsch dialect met iets van dienst kan
zijn, dan, ge weet het: met genoegen.
Wees nu met dit weinige onbelangrijk tevree. Mijn Vrouw draagt me op U wèl
hartelijk te groeten. Ik doe dat zelf ook en zag me gaarne zijn en blijven
Uw vriend
D.A. Poldermans
De Garve, 29 April [1931]
Zeer geachte Vriend.
Uw schrijven deed me, ook om z'n snelheid' zeer groot genoegen. Laat ik eerst eens
wat zeggen over de vergadering van zaterdag. De ambitie was niet groot: de voorzit
ter, mej. Ghijsen, en van Breen Pieterse, plus een stuk of vier gewone leden.95
Van Breen trad 'wegens drukke! bezigheden!' af als bestuurslid. Toch ik bedoel: al
was de belangstelling niet groot heb ik met plezier Vergaderd'. Als de Vereen, 'n
driehonderd exemplaren garandeert, zal Den Boer tot drukken v/h woordenboek
overgaan. Eerlijk gezegd: ik zie het nog niet gebeuren. Natuurlijk werd ook de
samenspreking met U behandeld en ook de voorgenomen werkwijze. Dat wordt,
lijkt me, 'n verzamelerij van 'bedrijfs' woorden. Begrijp ik dat goed? 't Zou te veel
schrift eischen om daarover te beginnen. We kunnen dat beter eens mondeling
onder 't vergrootglas nemen. Alles saamgenomen zou mij die dialectstudie zeer
aanstaan. Als de medewerkers maar niet liefhebberen, zooals ik bij de Zeeuwsche
D[ialect] Sfchrijvers] wel eens meen te bespeuren.
Zoo las ik Zaterdag op 'n woordenlijst, dat ze op Sch. het woord aelgebruiken in de
betek. van paling.96 Zie je: dan word ik wrevelig. Houtekamer, de welbekende man
van Vreemd. Verkeer liet indertijd z'n kinderkoor zingen van: 'puuppe en sigaer !97
En laatst ging Ant. v Dijk zich door de radio zóo te buiten aan een z.g. Zeeuwsch
schetsje, dat ik er haar over geschreven heb.98
Kijk, als ik m'n goeie zeeuwsch zie of hoor mishandelen, dan word ik 'ritsig'.99 'n
Enkele maal lees ik wel eens wat in dialect. En wat doen dan sommige auteurs? Ze
dénken Hollandsch en schrijven Zeeuwsch. Maar je begrijpt toch wel, dat zooiets
op niets goeds uitdraait!
Das nou toevallig, dat ons beider oordeel over Eigen Volk vrijwel overeenstemt.
Om de waarheid te zeggen valt de inhoud me dikwijls danig tegen. En dan vraag
ik me af: zou er werkelijk stof genoeg zijn om een tijdschrift van die omvang iedere
maand te vullen met degelijke opstellen. Want wat opgenomen wordt, nou, dat
draagt soms ook de stempel van 'geliefhebber'.
Eer ik het vergeet: m'n hartelijke dank voor het Verslag van de Dialecten Comm"
1930. Als er op dit gbied wat te sturen valt: graag. Ge weet, hoe veel belang ik er in
stel. Zooals ge ziet, zend ik hiernevens een 'Spel van de Stathouwer'. Had ik kun-