ZELFPORTRET 169 kaerel), moet daarvoor het Fr.prête als voorbeeld dienen? Dan is de zaak gezond. En wat de lijst zelf aangaat: ja, de manier lijkt me wel. We hebben dan geen gevaar voor gemaakte woorden. Ge weet, dat ik van de zomer de vergadering meemaakte van de Zeeuwsche dialect Vereenging. Daar toonde mej. Gijsen [sic] me 'n proefdruk voor het 'woordenboek' en daar las ik me toch, dat men in Schouwen de dunne paling ael noemt. Ik stond er van verstomd! Dan moet je geboren Schouwenaar zijn. En zoo struikel ik ook over zoo'n boel woorden die in de lijsten dier vereen, als Zd Bevelandsche worden opgelepeld. Kijk, dan erger ik me dikwijls. Geloof me, voor dialect moet je er niet alleen zelf in zitten maar het ook zelf spreken. Ik voelde op die dialect-vergadering de verbazing dat Ik gewoon sprak, zooals m'n vrouw en ik dat onder mekaar doen. En leest ge wel eens de 'brieven' van Teun van 't Noorden? Over de inhoud zwijg ik geheel, maar aan de zinswendingen kun je zoo merken dikwijls: die man vertaalt z'n Hollandsch in Zeeuwsch.106 En dan leg je er beslist uit. Dat gaat eenvoudig niet. Weet ge, wat ik wel eens zou willen? Voor eenige ontwikkelde menschen, die wer kelijk belangstellen in 't Zeeuwsch dialect, eens een van m'n schetsen voor te lezen. Dan konden ze hooren hoe 't Zuid Bevelandsch klinkt. Da's toch altijd nog meer waard, dan klanken voor te stellen door letterteekens. Voor zooiets zou ik natuurlijk geen honorarium rekenen. Nu nog iets. Op de vragenlijst staat: Gesproken door enz. In mijn geval zou het toch zeker de bedoeling zijn dat ik daar m'n eigen naam invul? Maar... Nu bijv. voor 't Hoofd der School te Hoedekenskerke ('k noem er maar een) Dat is 'n Drentenaar of zoo iets. Moet die nu bijv. invullen: gesproken door Jilles Bek of zoo ('n boer daar vandaan?). Als dat nu maar geen aanleiding geeft tot: wat bedoelen ze daarmee? Kijk nu eens naar m'n invulsel en oordeel dan of de lijst-inrichting goed is. Begin maar bij 't begin. Wat dat öod betreft. Weet ge dat? Door de Schouwsche breeë vaarten voeren vroeger de schuiten. Er mochten dus geen dammen zijn. Er waren dan (en zijn nog) twee hoofdjes waarover twee losse bruggen naast meekaar. Om te voorkomen dat het vee uit de wei wegliep, was het middelstuk wegneembaar ('t briggescheel - vandaar de minder nette uitdrukking: dat wuufei 'n kont' as 'n brig- gescheet) kijk zoo: Als nu de Nederl. onderwijzers belangstelling hebben en maar niet zoo wat neer schrijven, wel dan is de heele zaak in orde. Maar kijk nog eens naar het blauw omlijnde. Wilt ge iets weten: klop maar gerust aan: de zaak gaat me ter harte.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2009 | | pagina 171