188 ZELFPORTRET komt: maar het is nog zoo lang niet geleden dat zulke rijpartijen veel plaats hadden, met inbegrip van de kusserij bij 't heulen Meertens zal met Poldermans' opmerkingen zijn voordeel nog doen. In 1948 verschijnt van zijn hand 'Het heulen - een oud-Zeeuws volksgebruik', in: Miscellaneagessleriana, Antwerpen 1948, 874-885. 28 N.B. De illustraties zijn niet van Tijl, het betreft hier de volgende uitgave: Alle de wercken van Jacob Catsdoor J. van Vloten, met ruim 400 platen door J.W. Kaiser, 2 din., Zwolle 1862. 29 Poldermans zal zich hier vergissen en zo goed als zeker doelen op de hofstee De drie klauwen in de Zuid-Kraaijertpolder (ondertussen verdwenen), waarvan een afbeelding in G. Smallegange, Op 't HofGoes 2000, 78. Boven het kelderluik zaten niet twee maar drie grote handen (met dank aan G.J. Lepoeter). De verklaring van de naam door Poldermans lijkt heel wat plausibeler dan het verhaal dat Napoleon op de boerderij heeft gelogeerd en in een droom belaagd werd door Engeland, Rusland en Pruisen, voorgesteld door klauwen. Desalniettemin is er reden om in gedachten te houden dat deze boerderij naam ook elders voorkwam, met name in Noord-Nederland, waar klauw ook een term is voor een bepaald stuk land. Bovendien is het woord klauw voor 'hand' wellicht in de boerderijnaamgeving wat vreemd. 30 Klein zieltje: bekend liedje dat gezongen werd bij de rommelpot op Oudejaarsdag. Zie voor de tekst: Veronique De Tier (red.), Koekoek schietebroek. Kinderspelen in Zeeland, Biervliet 2005, 180-182, waar het lied wordt gesitueerd in 's-Heer Hendrikskinderen, terwijl het in vrijwel heel de provincie bekend was. 31 Het betreft hier een artikel van P.J. Meertens over Petrarca en Laura in de NRC van 23 april 1927, dat enige reacties uitlokte o.a. van mr. G.J. van Deventer in de NRC van 30 april 1927, waarna Meertens dupliceerde. 32 Van het rederijkersspel. Vgl. Poldermans' uitgave blz. 72, noot 2. 33 Kennelijk duidt Poldermans hier op zijn voetnoten in zijn uitgave op blz. 72 en 86. 34 Zie de noot over hetzelfde in de eerste brief (in de datering van Meertens: 23 Oct. 1926). 35 Vgl. Poldermans' uitgave (blz. 51, noot 1 en 2) op grond waarvan deze zinnen opgevat kunnen worden als: 'wij gaan daarheen'| om hem toch de maat te nemen. Hier zal zijn leven niet langer duren dan een paard pist, het kan ons niet schelen wie er twist'. Het woord roux dat Poldermans parten speelde, moet gelezen worden als 'roek (e)s' van het werkw. roeken (vgl. WNT, i.v. roeken (acht geven, bekommeren e.d.). 36 Vgl. voor deze dialoog Poldermans' tekst (blz. 54-55 met de voetnoten). De betekenis vat hij kennelijk op als: 'Waar blijft gij met het lichaam? Dat brengen wij in een kist om verloren te gaan, voordat het ergens anders geraakt.' 37 Zie inleiding. Poldermans vergist zich in de spelling: niet a maar 'a capella'. 38 Ons Eigen Tijdschrift, tijdschrift voor jongeren uitgegeven door C.J. van Houten Zoon in Weesp, verscheen maandelijks vanaf 1922, in 1933 voortgezet als Van Houtens Eigen Tijdschrift. 39 De passage over 'bokkenbloed' wordt begrijpelijk in het licht van enkele versregels uit het Spel van de Stathouder. In de regels 477-478 (blz. 28) lezen we in een aanspraak tot de vrouw: 'Den herden diamant wert gemaeckt sacht/ doort bloet van boeken, soot beschreven staet'. Het oude boek waarin Poldermans hierover iets vond was Simon Wit- geest, Natuurlijk Toverboek, Dordrecht 1749, 12e dr., 324, zoals blijkt uit zijn voetnoot bij deze regels in zijn tekstuitgave. De Zeeuwse Bibliotheek bezit een oudere uitgave van liet bedoelde toverboek: Simon Witgeest, Het verbetert en vermeerdert natuurlyk tover boek of't nieuw speel-toneel der konsten, Amstelredam 1692 (eerste uitgave in Amsterdam 1679), waarin het bokkebloed niet voorkomt. Simon Witgeest is het pseudoniem van Wilhelmus of Willem Goeree (1635-1711), een Middelburgse boekverkoper (tot 1677 toen hij naar Amsterdam vertrok) 40 Vgl. de passage met de voetnoot in Poldermans uitgave blz. 48, noot 4. 41 In de brief van Poldermans heeft Meertens met potlood toegevoegd: 'regael ratten-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2009 | | pagina 190