ZELFPORTRET 193 van Riemsdijk, die elders door Poldermans wordt genoemd. Om principiële redenen weigerde zij in 1940 op te treden voor de radio. Zie het lemma 'Dijk, Antoinette van', met portret in de biografische lijst van het Instituut voor Geschiedenis: www.inghist.nl/ Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwnl/dijk. 99 Rissig, ristig, ritsig, knorrig, kort aangebonden WZD 100 Poldermans bedoelt hier voor het archief, c.q. bibliotheek van de Dialectcommissie van de Akademie van Wetenschappen, waarvan Meertens secretaris was geworden. 101 Met taailappen wordt de koek bedoeld, de andere woorden zijn benamingen van bijlen, vgl. WZD i.v. koek(e)kappe. 102 Een lijst van publicaties van Poldermans. Deze bevindt zich in Meertens' archief (thans: 'personendossier Poldermans' in ZB). 103 Nederlandsche volkskunde voor de lagere scholen: volkskundig leesboek voor het zesde en zevende leerjaar samengest. door D. Wouters (e.a.). Groningen 1931 - 9 deeltjes, dl. 1: Nederland, dl. 2: Friesland, dl. 3: Groningen, dl. 4: Drente en Overijssel, dl. 5: Gelder land, dl. 6: Limburg en Noord-Brabant, dl. 7: Zuid-Holland en Zeeland, dl. 8: Noord- Holland en Utrecht, dl. 9: Vlaanderen. P.J. Meertens stelde het gedeelte over Zeeland samen. Leo van Breen besprak de reeks en met name het deel over Zeeland en kwam tot een afwijzend oordeel in de Middelburgsche Courant van vrijdag 11 sept. 1931. 104 Poldermans zal hier bedoelen: Antoinette van Dijk, 'Het kerkje te Bedum', Eigen Volk jrg. 2 (1930) 342-344. 105 Dit betreft ongetwijfeld: De historie van den vier Heemskinderenuitgegeven door G.S. Overdiep, Groningen, 1931. 106 Teun van 't Noorden schreef dialectcolumns o.a. in de Goessche Courant (bijvoorbeeld 4 jan. en 15 jan. 1932). Vermoedelijk werden deze geschreven door Leo van Breen. In een antwoordbrief aan Poldermans (7 maart 1932) schrijft Meertens namelijk: 'Ik vernam dezer dagen juist van dr. Smeding, dat Teun van 't Noorden afgedaan heeft bij de Mid- delb. Crt., en vertel U dit sub rosa. Leo v. Breen heeft al lang z'n kansen verspeeld bij de redactie. Met knoeien kom je niet ver.' 107 Van Poldermans' Zuud-Bevelandsch lief en leed verscheen in 1931 de tweede uitgave bij Den Boer in Middelburg. 108 Voor de oorlog waren in Rotterdam, Utrecht en Den Haag (en mogelijk ook elders) verenigingen van ontheemde Zeeuwen. 109 Interessant is een uitlating van de andere kant. In een brief aan mej. H. Ghijsen die hem opgevolgd was als secretaris van de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialect-Onderzoek schrijft Leo van Breen het volgende: 'Drs. Meertens zou persé de heer Poldermans in het bestuur willen zien. Ik heb daartegen geen bezwaar, hoewel dhr. P. volgens mij geen zuiver-dialektkenner is, en zijn werk eigenlik uit in dialekt vertaald A.B. bestaat.'(ZA, archief ZVD, inv.nr. 9, ongedateerde brief, maar beslist uit 1929). Van Breen zal dit standpunt ongetwijfeld ter vergadering en zeker ook tegenover Meertens hebben ver tolkt. In dat verband is Meertens' bespreking van Poldermans' schetsen Middelburgsche Courant8 okt. 1934, zie Poldermans' brief van die dag en het commentaar daarbij) veelzeggend. 110 Brouwer (d'n): het laatste vak van de hinkelbaan (WZD)-, 'n broodwinder en 'n oere- zeeker heb ik niet kunnen vinden. 111 De dochter van Poldermans, Beppie, was in deze tijd voor haar studie naar Amsterdam verhuisd. 112 De brief van Meertens ontbreekt, maar hij moet daarin ten opzichte van Leo van Breen op het oorlogspad zijn geweest. Van Breen had namelijk de Zeeuwsche Almanak samen gesteld door en voor eigen rekening uitgegeven (twee maal verschenen, nl. eind 1932 en eind 1933, resp. almanak voor het jaar 1933 en 1934). In het eerste deeltje publiceerde Van Breen een uitermate sarcastisch gedicht tegen het Zeeuwsch Genootschap dat hem in de 'hogere kringen' van Zeeland en in het bijzonder onder genootschapsleden niet in dank werd afgenomen. Van Breen had zonder toestemming ook een verhaal van Polder-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2009 | | pagina 195