ZELFPORTRET
195
taal- en letterkundeAssen 2007, 408.
122 Het valt niet precies uit te maken welke publicatie van De Vooys Poldermans van zijn
dochter heeft gekregen, maar gelet op de datum en het feit dat het een publicatie in
boekvorm betreft, zal het waarschijnlijk geweest zijn: C.G.N. de Vooys, Geschiedenis van
de Nederlandse taal, in hoofdtrekken geschetst, Groningen 1931.
123 Het verscheen onder de titel 'Lommerd-wee in 't jaar 1678' in de Middelburgsche Cou
rant van 17 april 1934.
124 In de Middelburgsche Courant schreef ene J.K. Mesu beschouwingen onder de titel
'Mensch en Maatschappij in Nederland en Indie', o.a. op donderdag 19 juli 1934 het
xxive en voor zover ik kon nagaan, laatste deel.
125 Wessels: Andreas Marinus Wessels (Goes, 1895-1952), winkelier en handelsreiziger,
schrijver van veel historische en kerkhistorische werken, vooral met betrekking tot de
gereformeerd-bevindelijke gezindte. Hij was ook conservator van het Historisch Muse
um van Noord- en Zuid-Beveland.
126 De Kruyter: hiermee zal J. de Kruyter (1860-1935) bedoeld zijn, de gemeentearchivaris
van Goes. Vgl. H. Uil, 'Van stadsarchivaris tot gemeentelijke archiefdienst. De geschie
denis van het Gemeentearchief Goes', Historisch jaarboek van Zuid- en Noord-Beveland 6
(1980), 110-111. Zie voor hem en alle andere De Kruyters: C.J. de Kruyter, 'Genealogie
De Kruyter', Gens nostra, jrg. 26 (1971) nr. 01 en 02.
127 Poldermans zal bedoelen: J.R.W. Sinninghe M. Sinninghe, Zeeuwsch sagenboek, met
ill. van N.J.B. Bulder, Zutphen 1933.
128 Mogelijk: Historie der Martelaren, Die om het getuygenisse der Euangelischer waerheydt
haer bloedt gestort hebben, van de tijden Christi onses Salighmaeckers af tot den jare sesthien
hondert vijf-en-vijftigh toe, Dordrecht 1657. Maar er zijn vele vergelijkbare uitgaven, ook
uit de tweede helft van de negentiende eeuw.
129 Zie voor deze namen: M.P. de Bruin e.a. (red.), Encyclopedie van Zeeland, 3 dln., Mid
delburg 1982-1984.
130 De brieven die Poldermans in de Middelburgsche Courant schreef onder de naam Jan de
Smid van Poeldurp verschenen om de veertien dagen. Ze werden eveneens om de veer
tien dagen afgewisseld en 'beantwoord' door brieven van 'Jewannes van Walcheren'. Ze
verschenen frequent in de jaren 1934-1936, vgl. voor voorbeelden de krant van 15 aug.
en 22 aug. 1936.
131 Dit zal een exemplaar zijn van R.A.S. Piccardt, Bijzonderheden uit de geschiedenis der stad
Goes, Goes, De Jonge, 1919, of de oudere uitgave: Goes, Kleeuwens, 1864.
132 Poldermans bedoelt hier artikelen in de Middelburgsche Courant van de hand van dr. P.L.
Tack die ook in Nomina Geographica Neerlandica 8 (1932) 54-81 en 9 (1934) 62-99
over 'Walcherse plaatsnamen' en de etymologie van de naam Walcheren 9 (1934) 92-95
publiceerde. Tack hield een lezing voor het Zeeuwsch Genootschap over het onderwerp
op 3 oktober 1934. De eerste aflevering van zijn tekst verscheen in de Middelburgsche
Courant op 4 okt. 1934. Petrus Ludovicus Tack (1870-1943), een strijdbare flamingant
die naar Nederland was uitgeweken om zijn doodvonnis te ontlopen, was een professio
nele germanist. In Middelburg was hij van 1925 tot 1935 leraar aan de Handelsschool.
133 Meertens publiceerde een beoordeling van Langs dieken en wegen in het tweede blad van
de Middelburgsche Courant van maandag 8 oktober 1934 (waarin ook het derde en laat
ste deel van de reeks van Tack). Aan het slot van de summiere bespreking van Meertens
een duidelijke echo van de in de correspondentie voorkomende opvatting van Polder
mans over schrijven in dialect (en daarmee tegen Leo van Breen, ondanks diens oordeel
over Poldermans): 'Poldermans behoort allerminst tot die dialectschrijver, die een stuk
algemeen-beschaafd Nederlandsch overzetten in dialect als een schooljongen het in het
Fransch zou doen: hij heeft immers niet alleen de taal, maar geheel de aard van het volk
in zich opgenomen, al zoo zijn zijn schetsen een welkome bijdrage niet alleen tot onze
kennis van de Zeeuwsche taal, maar gelijk tot die van het Zeeuwsche volk. En dit is de
hoogste lof, die men zijn werk kan geven'.