Jaarverslag van de secretaris over 2008
201
Bestuur
Het bestuur heeft in het verslagjaar tien keer vergaderd. Er zijn twee ledenverga
deringen gehouden, te weten op 19 juni en 11 december 2008. In de vergadering
van december werd de tekst van de nieuwe statuten door de leden goedgekeurd.
Conform deze goedkeuring zullen de statuten in 2009 notarieel worden vastgelegd.
De statuten zijn, zoals bepaald in het beleidsplan 2007, vereenvoudigd en aange
past aan de huidige wetgeving. De belangrijkste inhoudelijke wijzigingen betreffen
het laten vervallen van de Genootschapsraad alsmede het feit dat de werkwijze van
de werkgroepen en commissies wordt geregeld in een huishoudelijk reglement in
plaats van de statuten. In de vergadering van juni werd besloten op voorstel van het
bestuur om een Genootschappelijk beraad in te stellen. Conform het vastgestelde
reglement zal dit beraad twee keer per jaar plaatsvinden en worden bijgewoond
door vertegenwoordigers van de werkgroepen, commissies en het bestuur. Het doel
van het beraad is de interne communicatie tussen de diverse geledingen binnen het
genootschap te bevorderen en de externe gerichte activiteiten van het genootschap
op elkaar af te stemmen. Met betrekking tot de werkgroepleden werd besloten dat
deze voor een bedrag van 3,— donateur worden van het genootschap voorzover
zij geen lid van het genootschap zijn. In 2008 werd tevens een begin gemaakt met
het aanwijzen van leden van het bestuur die aanspreekpunt zullen zijn voor een
werkgroep. In het najaar werd de voorgenomen fusie van de werkgroepen Kunstge
schiedenis en Historie en Archeologie een feit. De nieuw ontstane werkgroep gaat
verder onder de naam werkgroep CultuurHistorie.
De voltooiing van de inventarisatie en ontsluiting van de archeologische collectie
in 2008, dank zij de medewerking van velen binnen en buiten het genootschap,
stemde tot grote vreugde. Het voornemen bestaat om in het voorjaar 2009 aan de
collectie een symposium te wijden.
In de ledenvergadering van december traden de heer L. Coppoolse, voorzitter van
het bestuur en drs. A.C. Meijer, lid van het bestuur af. Aan hen beiden werd de
Genootschapspenning uitgereikt onder dankzegging voor al hun werkzaamheden
voor het genootschap. De volgende mutaties en benoemingen hebben plaatsgevon
den. De heer mr. M.M. Steenbeek werd benoemd als voorzitter van het bestuur en
de heer dr. W. van den Broeke tot lid van het bestuur. De heer dr. H.J. Zuidervaart
trad af als lid van de commissie tot Redactie van Archief en Werken. Mevrouw drs.
E.E Molendijk-Dijk en de heer drs. A. Molendijk traden af als lid van de com
missie tot Redactie van het Tijdschrift Zeeland. De heer L.M. Hollestelle werd
benoemd als lid van deze commissie. Mevrouw drs. I. Ooms-Siebenga, mevrouw
ir. A.M.J. van Houtert-Ponssen en de heer dr. G.T.M. van Eek traden af als lid
van de activiteitencommissie. Als opvolgers werden benoemd mevrouw G.M.
Vierhout-Vogelaar en de heren C.J. Luijk en dr. C.E. Hulstaert. Mevrouw drs.
I. Ooms-Siebenga ontving de Genootschapspenning voor haar werk gedurende
vele jaren voor de activiteitencommissie en haar werk als bestuurslid en lid van de
Genootschapsraad.