Vluchtelingen VOLKSHUISVESTING 61 van een draairaam en aangesloten op het tonnenstelsel. Ook lette men op de grond- condities en de waterafvoer. Een flinke verbetering ten opzichte van de experimen ten aan de Achtergracht. In 1892 waren de woningen gereed. Men kon zich bij dokter Bolle of bij Wibaut persoonlijk aanmelden als toekomstig huurder. De huur bedroeg 2,- in de week: een normale huur, vergelijkbaar met wat in andere steden gebruikelijk was. Een arbeider verdiende in die tijd gemiddeld 6,- per week. Toch was het een flinke verhoging vergeleken met de armenwoningen elders in de stad, bijvoorbeeld in het Bagijnhof. Daar werden huizen (meer kamers) verhuurd voor 0,65 in de week. In de Eigenhaardstraat was een woning dus drie keer zo duur, maar men kocht daarmee dan ook stap voor stap het huis. Een deel van de huur werd zo gebruikt als aflossing. De aanbesteding vond nog in 1889 plaats. Aannemer Goedemondt uit Hansweert kreeg de opdracht voor een totaalbedrag van 18.780,- voor negentien huizen. Dat was dus 988,42 per huis. In ongeveer tien jaar kon je dus eigenaar van het huis zijn. Naast werkelijke arbeiders, zoals een spoorwegbeambte, een bak kersknecht en fabrieksarbeiders kwamen hier in de loop van de tijd ook kleine zelfstandigen te wonen: een bakker, een kok, een slager, een melkboer. Het was er al vlug een drukte van belang. Vandaar dat ook de overzijde van de straat snel bebouwd werd. Uiteindelijk ontstond een paar jaar later een compleet wijkje door de uitbreiding van de Oude Werfstraat en uiteindelijk de aanleg van de Dokstraat in 1904. De Middelburgsche Bouw- en Verhuurmaatschappij richtte zich na 1892 niet lan ger op arbeiderswoningen want die brachten niet genoeg op. Men bouwde verder aan de Stationsstraat, de Loskade en aan het Molenwater, alwaar een hele reeks imposante herenhuizen verrees. Die waren commercieel stukken interessanter. Door de toestroom van Belgische vluchtelingen aan het begin van de Eerste Wereld oorlog, werd de druk op de goedkope woningen zodanig groot dat het stadsbe stuur zich genoodzaakt zag in te grijpen. Veel mensen werden ondergebracht op de Achtergracht. Plotseling wordt de nieuwe naam voor die straat, Klein Vlaan deren, begrijpelijk. Eind 1918 werd de Christelijke Woningstichting Volksbelang opgericht, een vereniging met als doel goedkope woningen te realiseren voor de arbeidersklasse. Een jaar later volgde de socialistische Algemene Woningbouw Ver eniging. Het stadsbestuur wilde met deze verenigingen nieuwe woningen realise ren op het terrein van het Bagijnhof. Hiervoor moesten echter eerst de daar nog bestaande woningen gesloopt worden. En dat had, door de nieuwe regels hiervoor gesteld door de Woningwet, meer voeten in de aarde dan men had vermoed. Zelfs zoveel dat men ten slotte besloot de blik eerst maar eens buiten de vesten te richten: naar het terrein langs het zogenaamde Chocoladepad, officieel de Kroonenburger- weide geheten. De Christelijke Woningstichting Volksbelang nodigde de geënga geerde Middelburgse architect J.A. Vertregt uit 115 woningen en een winkel te ontwerpen. Ze werden gebouwd door aannemer W. van den Bosch uit Dordrecht. De Algemene Woningbouw Vereniging zocht voor het ontwerp van haar woningen op voorspraak van Wibaut, die in 1904 naar Amsterdam was verhuisd en daar in

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2009 | | pagina 63