Context en vraagstelling
75
Introductie
Op 17 mei 1940 is de Middelburgse Nieuwstraat maar ternauwernood gespaard
bij het bombardement dat de stad vanaf die dag voorgoed veranderde. Het voor
naamste gebouwencomplex dat daar ooit stond het Gasthuis, ooit een van de
belangrijkste ziekenhuizen van Nederland was toen echter al lang verdwenen. Dit
nog uit de middeleeuwen daterende ziekenhuis was in 1867 wegens bouwvalligheid
gesloopt. Vandaag de dag resteert op de hoek van de Nieuwstraat en de Lange Delft
alleen nog de voormalige Gasthuiskapel, tegenwoordig in gebruik als kerk voor de
protestante eredienst.1 Een nauwgezet waarnemer kan echter in de gevelwand van
de aangrenzende Nieuwstraat nog een poort waarnemen - nu met een deur afge
sloten die ooit toegang gaf tot een doodlopend straatje, pal achter het Gasthuis
(afb. 1). Via die 'blindlopende steeg' kwam men ooit bij het theatrum anatomicum,
een in 1658 gestichte anatomische ontleedplaats, die gezien mag worden als de
eerste locatie in Zeeland waar een geïnstitutionaliseerde vorm van wetenschappelijk
onderzoek plaatsvond, gekoppeld aan 'modern' empirisch onderwijs.
Het theatrum anatomicum als 'Site of Knowledge
De geschiedenis van de zeventiende-eeuwse anatomie mag zich de laatste jaren in
een grote belangstelling verheugen. Dit niet zozeer omdat de anatomie op zichzelf
zo boeiend zou zijn, maar wel omdat het wetenschapshistorisch onderzoek van de
laatste decennia duidelijk heeft gemaakt dat de moderne wetenschap veel te danken
heeft gehad aan de vroege anatomen. De ervaringen die bij de anatomische praktij
ken zijn opgedaan, zoals zorgvuldig waarnemen, het hanteren van instrumenten en
het theoretisch proberen te verklaren van datgene wat men zoal tegenkwam, waren
zaken waaraan de moderne natuurwetenschap in hoge mate schatplichtig is. Het
recente boek van Hal Cook, Matters of Exchange. Commerce, Medicine, and Science
in the Dutch Golden Age (2007) heeft bovendien duidelijk gemaakt dat de Repu
bliek der Zeven Verenigde Nederlanden in die wetenschapsontwikkeling een vrij
cruciale rol heeft gespeeld.2 De verzamelcultuur, die in een land met een wereldwijd
commercieel handelsnetwerk eenvoudig tot bloei kon komen, heeft in niet geringe
mate tot die snelle bloei van de natuurwetenschappen in de Nederlandse Repu
bliek bijgedragen. De stelling van de Amerikaanse historica Maty Fissell dat dankzij
Cooks boek de 'wetenschappelijke revolutie' van de zeventiende eeuw een duidelijk
Nederlands accent heeft gekregen, zegt in dit verband niets te veel.3 Daarnaast
blijkt aan de vroege anatomische theaters een culturele component verbonden te
zijn geweest, waarvan historici zich pas vrij recent bewust zijn geworden. Aange
zien ook Middelburg zo'n anatomisch theater heeft gehad, dat echter nog nooit
vanuit een dergelijk wetenschapshistorisch perspectief is bestudeerd, is dit reden
temeer om na te gaan hoe in het zeventiende-eeuwse Middelburg deze 'Chyrurgijns
Anatomiekamer' - zoals het anatomisch theater hier werd genoemd tot stand is
gekomen en vervolgens heeft gefunctioneerd.
Kennis ontstaat nooit vanuit het niets. Als de wetenschapsgeschiedenis de laatste
decennia iets duidelijk heeft gemaakt, dan is het wel dat het proces van forma-