JAARVERSLAGEN 2012
159
De getoonde voorwerpen geven een mooie dwarsdoorsnede van de rijke en geva
rieerde collectie etnografica. Juist in deze opstelling, te samen met voorwerpen uit
andere onderdelen van de collecties van het Zeeuws Genootschap, komen zij goed
tot hun recht, zoals ze oorspronkelijk ook zijn verzameld en tentoongesteld in het
oude museum van het Genootschap. Door de terugkomst van de voorwerpen uit
het Leidse Museum voor Volkenkunde enkele jaren geleden, kan de verzameling
volkenkundige voorwerpen steeds in andere variaties worden getoond.
De in 2010 gemelde schenking van Turkse voorwerpen afkomstig van de familie
Van Uije Pieterse is in het verslagjaar geformaliseerd door middel van een akte van
schenking. Er waren in het verslagjaar geen aanwinsten.
Natuurhistorische voorwerpen, onderafdeling Mollusken
De conservator EA.D. van Nieulande bericht als volgt:
Dit jaar zijn weer een paar items uit mijn eigen verzameling aan de Zeeuwse mol
lusken collectie toegevoegd en geregistreerd.
In een onderzoek ten behoeve van de voorbereiding van de Fossielenatlas Deel 2
Gastropoda hebben een paar herdeterminaties plaatsgevonden. Te verwachten is,
dat de komende jaren ook in andere families de nodige herzieningen zullen plaats
vinden.
De bottenvistocht van 7 juli 2011 leverde vele algemene soorten op, die merendeels
verdeeld werden onder de enthousiaste deelnemers. Een gering aantal is er opgeno
men in de collectie.
Ook deze keer weer werden twee interessante stukken zandsteen opgevist, deze
keer met graafgangen. Een met een duidelijke kreeftengang (Thalassinoides) en het
ander vrij grote stuk (circa 30 cm) met graafgangen van een kleiner kaliber Spook-
kreeft (Calianassa). Beide stukken zijn van zeer hard kwartszandsteen en mogelijk
afkomstig uit het Eoceen.
Naturalia
De conservator drs. G.M. Heerebout bericht als volgt:
In het najaar van 2012 is een begin gemaakt met het onderzoeken van de natuur
historische voorwerpen die als vloeistofpreparaat bewaard worden. Uiteindelijk
zijn 337 preparaten in een Excel-bestand vastgelegd. Het overgrote deel van de
diersoorten kon op naam gebracht worden; een klein aantal soorten vraagt bestu
dering door een extern specialist. Opvattingen over de juiste naam van organismen
wijzigen, mede op grond van nieuwe kennis, en op veel etiketten was een verou
derde naam genoteerd. De etiketten zijn vrijwel allemaal van de hand van dr. J.C.
de Man, die aan het begin van de twintigste eeuw conservator natuurhistorie was.
Inmiddels zijn vrijwel alle voorwerpen van de juiste naam voorzien.
De potten, waarin de dieren bewaard worden, zijn waar nodig bijgevuld met
alcohol. De rangschikking in het depot, die geheel willekeurig was, is nu volgens
de gebruikelijke indeling in diergroepen, zodat een plaatsingslijst opgesteld kan
worden. Indien een bepaald voorwerp opgevraagd wordt, kan het dan eenvoudig
gevonden worden.
De samenstelling van de collectie laat duidelijk de wijzigingen van de opvattin
gen binnen het Genootschap zien. De oudste nummers (uit de achttiende eeuw)
omvatten voorwerpen uit de gehele wereld; aan het eind van de negentiende en het