Ballustrada Optima Forma Ik had vannacht een nachtmerrie (a nightmare). Ik zat opgesloten in een huis. De deur stond open maar ik kon niet naar buiten. Ik had werk aangenomen als broodschrijver. Ik moest iedere dag stukjes schrijven. Dat was niet zo moeilijk, want op een groot stuk papier stond waar ze over moesten gaan. Ieder stukje mocht 56 regels lang zijn. Meer dan 44 lettertekens per regel mocht ik niet gebruiken (lettertype Times New Roman, 10 punt). Ik schreef uren, dagen, maanden, jaren. Het tijdstip van publicatie werd steeds uitgesteld. Dat vond ik niet het ergste. De grootste kwelling was de open tuindeur die soms be woog in de wind, maar weigerde om dicht te slaan. Op een ochtend kreeg ik geen nieuwe opdracht. Op het grote grauwe instructiekarton stond niets te lezen. Missie volbracht, veronderstelde ik. En ja hoor, met een klap viel de deur dicht. Opgelucht stond ik op. Mijn leven was voorbij. Wakker worden kon niet meer. Ik kwam in een andere droom terecht. Een mooie jonge schrijfster dwong me tot lezen. Ik wilde niet maar moest. Aan het boek, dat ze zelf geschreven had, kwam geen eind. Het was bovendien een boek vanuit de vrouw geschreven. Deze droom was erger dan de eerste. Ik zweer dat ik vannacht goed geslapen heb. Een nachtmerrie is gauw verzonnen. Mijn probleem is dat ik een stukje moet schrijven. Laat ik de zaak nog wat verduidelijken. De hoge zomer belet ieder uitzicht. Schrijven is altijd al een tegen natuurlijke daad, maar op een warme dag in juli weigert het lichaam te schrijven. En alleen het hoofd aan het werk levert niets op. Wist u dat Hollands Maandblad vernieuwd is? Prettig blad nu. Min der pretentieus dan Maatstaf en verrassender dan noem maar op, De Tweede Ronde. Er gaat echter niets boven uw eigen blad. Dat mag u niet vergeten na één, vier, acht of elf jaar. Minor 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1997 | | pagina 4