SLIPSTREAM Q) Slipstream is het grensgebied tussen literatuur en genrefictie. Bruce Sterling, de eerste gebruiker van de term, gaf de volgende Q definitie: "...this is a kind of writing which simply makes you feel very strange; the way that living in the twentieth century <U makes you feel, if you are a person of a certain sensibility." W In een poging om zijn nieuwe stroming wat cachet te geven sleepte hij er daarna allerhande vermaarde auteurs aan de haren bij. William Burroughs, Haruki Murakami (niet verwar- ren met Ryu), Jorge Luis Borges en J.G. Ballard schreven al slip stream lang voordat de term als losse genreaanduiding gebruikt werd. (Zelfs Nabokov maakte een dergelijk uitstapje.) Populaire genrefictie is vaak repetitief, weinig geïnspireerd en totaal oninteressant. Literatuur heeft weer de naam dat er weinig in gebeurt: mooi verwoorde navelstaarderij. Lezers van literatuur kijken neer op het formulewerk van de genrefictie, terwijl de genristen hun neus ophalen voor de oersaaie literaire boekwerken. De lezers polariseren tot twee kampen. Het is het één of het ander. Twee kampen waartussen zich een niemands land uitstrekt dat meestal onoverbrugbaar lijkt. g De twee kampen zouden we overigens ook 'realisme' en 'fan- in tastiek' kunnen noemen. Een tweedeling die we in het voor- i_ woord van de vorige Ballustrada ook gesuggereerd zien. Eigen- wo zinnig lijkt de periodiek inderdaad, om een themanummer .2" 'banden met de werkelijkheid' op te laten volgen door 'slip- stream'. Een mooie beslissing, want juist dat grensgebied is zo interes- jjpl sant. Er bestaan geen wetten of regels. Alles en iedereen is vogelvrij. Ieder moment kan er een projectiel fluitend neer dalen en een krater slaan. Bomtrechters gevuld met ondoor-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 29