mensen die zich zo intens met literatuur en andere kunstvor
men bezighield, maar zich ondanks de verschrikkingen van de
oorlog te barsten lachte om al die absurditeiten en nouveautés
die ze dikwijls ter plekke verzon. Hoewel de oprichter en aan
jager van het tijdschrift Theo van Baaren niet bepaald een ver
nieuwer was. Volgens zijn biografie was hij meer geïnteresseerd
in het mechanisme van de creativiteit dan in woordexperimen
ten. Nieuwsgierig geworden door deze onthullingen en omdat
ik beide fenomenen razend interessant vind ging ik op zoek
naar voorbeelden en hoefde daar niet al te veel moeite voor
te doen. In de eerste bundel van Van Baaren die ik doornam,
Versteend Zeewier, die in 1944 illegaal verscheen, vond ik in een
klein fragment een schitterende illustratie van de manier waar
op literatuur en surrealisme als vanzelfsprekend in elkaar op
gaan:
De grachten kruipen door de dode stad
ais evenvele volgevreten slangen
en de barok verzakte huizen hangen
moe op elkaar, de kelders altijd nat