veel speciaals. Niets dat niet normaal was althans. Maar het was
duidelijk dat ze meer appeal hadden dan ik.
Ik haalde nog tien knuffelbaardjes uit mijn vuilniszak tevoor
schijn en legde ze op de balie. Ik bond ze riemen om en arran
geerde de lussen zo dat ze voor het publiek makkelijk op te
pakken waren als ze een een eindje met een puntsnor of wenk
brauw wilde lopen. "Troetelhaar!" herhaalde ik.
Nog steeds geen reactie. Er was te veel afleiding. Klaarblijkelijk
trok degelijk gedoseerde idioterie meer publieke aandacht dan
goede handelswaar. De battle royal was de grootste afleiding.
Het vond plaats in een uit de kluiten gewassen boksring vlak
buiten het stadscentrum. In de ring stonden de stadsgekken
elkaar in puin te rammen met koperharde vuisten of elkaar met
volautomatische uzi's neer te maaien of hakten eikaars hoofd af
met Samuraizwaarden. Bloed en ingewanden spoten als in een
vulcanisch bouquet alle kanten op en losgahouwen hoofden
stuiterden links en rechts als basketballen het publiek in.
En daar kon ik niet tegenop.
Eén stadsidioot niet ver van mijn limonadestand had een
rits die over zijn hele gezicht liep, van zijn kruin tot aan het
puntje van zijn kin. Hij vermaakte een kring van kinderen door
herhaaldelijk zijn rits te openen en zo zijn schedel te laten zien.
Sommige kinderen huilden en riepen om hun moeders. Ande
ren staarden hem alleen maar aan en knipperden.
Ik hing een bordje op waarop stond Ben lunchen! Vervolgens
liep ik naar de stadsidioot, excuseerde mezelf, keek even de
kring met kids rond, glimlachte, greep de idioot vervolgens bij
zijn nek en wurgde hem dood.
Het duurde niet lang. De idioot verweerde zich niet eens - hij
stond daar maar met een verveelde blik in zijn ogen te wachten
totdat hij paars aanliep en stierf. De verveelde blik vloeide
naadloos over in een blanco uitdrukking en de idioot zakte in
elkaar.
Ik wendde me weer tot de kinderen en zei: "Zo dan. Was dat niet
spannend? Hallo, mijn naam is bla bla bla. Kan ik jullie jochies
misschien interesseren voor een leuk plukje troetelhaar?"
De kinderen die hadden gehuild en om hun moeders hadden
geschreeuwd staarden me aan en knipperden met hun ogen.
De kinderen die alleen maar hadden staan staren en knipperen
begonnen nu te huilen en te roepen om hun moeders.