"Nou, nou," zei ik sussend. "Nou, nou, nou, nou..." Op dat ogenblik bestormde een troep toornige, gladgeschoren freaks met kale gezichten het stadscentrum. "Hmmm," zei ik. Ze waren met zi|n honderden, uit alle lagen van de samen leving, van het hoogste kaliber neobourgeoisyuppies tot de laagste soorten verfomfaaide volksbuurtbewoners. Omstanders en stadsidioten gooiden als één hun armen boven hun hoofd en brachten hoge schrille tonen voort toen de woedende meute binnenstroomde als een vlaag dodelijke bijen. De kale gezich ten vermorzelden en executeerden alles en iedereen die zij op hun pad tegenkwamen. Een mozaïek van lichaamsdelen en ingewanden gutste in slow motion de strakblauwe lucht in. Het duurde niet lang voordat de meute het onderwerp van hun frustraties in de gaten kreeg. Vanaf het moment dat ik mezelf had voorgesteld waren de haarstukjes tamelijk lethargisch en zelfs sloom gaan reageren. Ze hadden eigenlijk tot op heden nog niet laten merken dat ze autonoom functionerende orga nismes waren. Nu echter wipten ze een voor een de zak uit en sprongen op de balie als Britse soldaten in het gelid. Gewone baarden en geitensikjes stelden zich op in de voorste rijen ter wijl de bakkebaarden en wenkbrauwen de achterste linies voor hun rekening namen. Daarachter draafden de snorren heen en weer alsof ze te strijdpaard waren. De meute bevroor. Iedereen bevroor. Zelfs de gemangelde en verminkte slachtoffers van de meutes stampede stopten met kreunen en klagen en met het om zich heen grijpen naar ver loren ledematen. Ik hief mijn hoofd op. De gehele populatie van het Humbert Humbert plein had zijn aandacht nu op mij gericht. De stadsgekken fronsten hun wenkbrauwen. De omstanders namen me tamelijk onverschillig op. De kaal geschoren meute bleef me ondertussen maar intens aanstaren. Er volgde een lange stilte waarin de gefronste wenkbrauwen van de stadsgekken zich nog strakker aan trokken, waarin de onverschillige blikken van de onstanders nog meer in onver schilligheid toenamen en waarin de ogen van de leden van de woedende meute nog groter en groter werden. Behalve voor de ronddravende snorren bleven de haarstukjes in formatie staan en vertrokken geen spier. Ik zelf bleef onder alle omstandigheden kalm. Herhaaldelijk

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 66