Waskowski, om er maar enkele te noemen. In dat geval zou ik de redactie echter om meer pagina's moeten verzoeken of het aantal levende dichters nog meer moeten beperken. Beiden mogelijkheden leken mij te veel gevraagd. Hoewel de redactie mij vroeg om tien dichters te selecteren, heb ik er tenslotte, uit het ruime aanbod tussen Maas en Merwede, twaalf gekozen, die in alfabetische volgorde worden voorgesteld. Zoals uit het bovenstaande blijkt, is de keuze geheel en al voortgekomen uit mijn eigen smaak. Dat betekent in de eerste plaats dichters bij wie de punten en de komma's er meer toe doen dan de decibellen, om het in de woorden van Herman de Conick te zeggen. Performers of podiumdich ters, althans van het soort dat het als komiek op de bühne goed doet, maar waarvan het werk op papier naar mijn mening niet, of niet voldoende standhoudt, hebben in mijn keuze geen plaats gekregen. Dat is de reden waarom bijvoorbeeld Jules Deelder is afgevallen en Peter van der Linden wel is opge nomen. Het betekent in de tweede plaats dat ik dichters heb gekozen die poëzie schrijven waarop de definitie van kunst van Gerard Reve van toepassing zou kunnen zijn: Kunst is gestileerd menselijk handelen, of het produkt daarvan, dat ontroering teweeg brengt. Wat mij ontroert zal sommige anderen koud laten. Welnu, de lezer die niet gevoelig is voor wat mij raakt heeft binnen de regio keus genoeg om een bloemlezing van een geheel ander karakter samen te stellen. Wat mij betreft toont Laaglandse Poëzie ons dat er, in de door industrie en economische wild groei qua schoonheid zwaar geteisterde streek tussen Euromast en Moerdijkbrug nog andere, menselijker landschappen voor komen: die van de poëzie. p>.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 73