TERUGBLIK OP DRIE JAAR
STICHTING BEHOUD HOOGAARS
14
In 1963 kocht drs. A.W. van der Flier
uit Wassenaar het schip naar aanlei
ding van een advertentie in de krant.
De familie van der Flier heeft er tot
1976 mee gevaren. In die dertien jaar
is de Geertrui met veel zorg omringd.
Zij kreeg de naam van de echtgenote
van de eigenaar. Zij had toen nog de
oorspronkelijke twee kajuiten, zoals
dat gebruikelijk was bij originele
hoogaarzen. Dek en interieur zijn
door Meerman in Arnemuiden totaal
gewijzigd. Het schip heeft toen de in
deling van een plezierjacht gekregen.
Het hele onderwaterschip stond in de
plastic. Dat is er daar op de werf afge
haald.
Door Simon van Duivendijk in Tho-
len zijn toen zwaarden gemaakt. Het
eerste stel was te licht van aard. Het
tweede stel was veel zwaarder. Het
verhaal gaat dat voor die zwaarden
van 10 cm dikte 2 m3 eikehout van de
allerhoogste kwaliteit nodig was.
De afmetingen van de Geertrui zijn:
lang 14.34 breed 5.14 - diepgang
1.54 148.58 m2 zeiloppervlak en
metend 17.15 ton. Als jacht zeilnum-
mer VA 43 plaquettenummer Stich
ting Stamboek Ronde— en Platbo-
demjachten 328.
In de periode van Van der Flier heeft
de Geertrui nogal wat beleefd. Toch
ten naar de zuidkust en oostkust van
Engeland, de River Blackwater en de
Thames op, rond het Isle of Sheppey.
De Medway op tot Rochester en
Chatham in navolging van Michiel de
Ruyter, zoals die dat in 1667 deed,
tochten naar Denemarken en dwars
door het zuiden van Zweden en een
stuk langs de Zweedse oostkust.
De Geertrui heeft als representatie
schip bij Boskalis verschillende schip
pers gehad. De eerste was Wil Wesse-
mius broer van de havenmeester van
Willemstad. Daarna is Jos. Rolff, ex-
bootsman van de Eendracht de schip
per geweest. Ook Michiel van Lunte-
ren, zoon van Peter van Lunteren het
lid van de raad van bestuur van Boska
lis dat er destijds voor zorgde dat de
Geertrui werd overgenomen van de
familie Van der Flier.
De eerste onderhoudsbeurt is uitge
voerd op de grote houtbouw—werf
van Bültjer in Ditsum aan de Dollard.
Daarna is er ook een beurt geweest bij
Van der Werf, eertijds de bekende ou
de werf van Zwolsman in Workum.
In de beginperiode bij Boskalis had de
Geertrui nog een heel nare ervaring.
Terwijl ze afgemeerd lag, is ze aange
varen door een hard achteruitvarende
sleepboot van Rijkswaterstaat. Er is
toen zware schade aan de kop ont
staan. De reparatie ervan is uitgevoerd
door Van Duivendijk in Tholen.
Er is overwogen de Geertrui naar
Zuid—Amerika te verschepen voor
PR—doeleinden. Er is daar een groot
pijpleiding—project dwars door
Zuid—Amerika uitgevoerd van Rio de
Janeiro tot aan de Patagonische kust.
De Geertrui is daar niet bij geweest,
maar wel de Lemsteraak de Modder-
gaas.
De Geertrui heeft wel acte de pres
ence gegeven bij grote feesten in
New—York. Ze heeft toen met een
vloot Nederlandse schepen rond het
vrijheidsbeeld en op de Hudson geva
ren. Bij de Bicentennial feesten heeft
Boskalis de kleinere hoogaars De
Vrouwe Lotje daartoe aangeschaft en
mee laten varen.
Nico van Walree is geruime tijd schip
per op de Geertrui geweest. Daarna
Jasper Zondag en nu vaart al geruime
tijd Ron Kaper met de Geertrui.
In de periode 1991-1992 werd beke
ken of de Geertrui aangepast kon wor
den om haar beter geschikt te maken
voor het forsere wedstrijdwerk zoals
de Flevorace en Deltaweek. Daar
moest heel wat voor gebeuren. De
constructie van het schip moest flink
verbeterd en versterkt worden. André
Hoek maakte daartoe voor de Geer
trui een nogal revolutionair ontwerp,
waarbij de mast 2.30 meter langer
moest worden, de kluiverboom 1 me
ter korter, de giek 60 cm. langer de
gaffel zwaarder. Dat wil dus zeggen:
een totaal ander zeilplan.
Op de werf van Kees Droste te Hoorn
werden de veranderingen aan het
schip uitgevoerd. In Alphen aan de
Rijn werden de rondhouten ten dele
nieuw gemaakt, ten dele veranderd.
De nieuwe zeilen kwamen van TD—
sails Edam en het schip werd door
Schokker in Volendam getuigd.
Het is een traditie geworden dat aan
het eind van het vaarseizoen de zeilen
de aannemers van waterwerken en de
baggeraars bij elkaar komen voor een
hardzeildag. Daarbij is de Geertrui
een keer bijna verspeeld. Aan het eind
van een mooie zomer naseizoen
slecht weer windkracht 8. Door
lange tijd felle zon waren de naden
van de Geertrui boven de lijn flinks
opengetrokken.
Maar ondanks dat alles lag de Geer
trui in de wedstrijd voor en had ze bij
de laatste boei die gerond moest wor
den zelfs de Kaatje van Sassen wegge
varen. De Geertrui heeft de wedstrijd
gewonnen, maar het was wel pompen
of verzuipen. De schipper was uitge
schakeld zeeziek. De leiding van
Boskalis moest zelf het roer van de
Geertrui in handen nemen. Overwo
gen werd nog wel het schip droog te
zetten om zinken te voorkomen. Dat
is niet gebeurd. Er is zo hard gepompt
dat het niet nodig was. Het nieuwe
zeilplan was toen overigens nog niet
uitgevoerd.
Op 17 Juni 1992 vierde de Geertrui
haar 60—jarig bestaan. We mogen de
hoop uitspreken dat dit prachtige
schip nog heel lang de Nederlandse
wateren zal blijven bevaren.
Bernard van Gils
15
Op 10 mei 1993 bestond
de stichting Behoud
Hoogaars drie jaar. Maar
het pioniersstadium was al
ruim vijfjaar eerder be
gonnen. Steeds meer
hoogaarzen verdwenen,
onder water, uit de provin
cie Zeeland, of zelfs naar
het buitenland. Steeds
duidelijker werd de nood
zaak iets te doen aan het
behoud van deze fraaie
schepen.
In het voorjaar van 1990 bleek een van
de twee laatste hoogaarzen in visser
mansuitrusting, de YE 36, in de ver
koop te zijn. Om dit schip voor de he
le Zeeuwse gemeenschap te behouden
werd besloten tot oprichting van de
stichting Behoud Hoogaars. De stich
ting beoogt volgens de statuten: a. het
varend houden van de authentieke
hoogaars, en b. het onderzoeken, ver
zamelen en vastleggen van de geschie
denis, bouwwijze en gebruik van de
hoogaars, en het uitdragen van die
kennis.
Het nodige beginkapitaal werd op ta
fel gebracht door
a. de 3 oprichters: renteloze leningen
van hfl 15.500
b. een hypotheek op het aan te kopen
schip ter grootte van hfl 60.000 ver
strekt door de onderneming van een
der oprichters.
Ook de Provincie Zeeland stelde zich
achter ons initiatief door een spon
sorovereenkomst met ons aan te gaan.
Dit sponsorship is nog steeds een van
onze belangrijkste steunpilaren!
Behalve geld (hfl 106.500 aan langlo
pende schulden) was (en is) er veel
behoefte aan vrijwillige medewerkers,
want de doelstellingen van de Stich
ting Behoud Hoogaars zijn nogal am
bitieus.
Het behoud van een oud scheepstype
gaat immers het gemakkelijkst (en
goedkoopst) als je zo'n schip in een
museum 'opbaart'. De relatieve voch
tigheid en temperatuur kun je er bin
nen nauwe grenzen houden, er is
nooit averij en zo'n schip behoeft wei
nig onderhoud. Maar het publiek
loopt langs een dood schip. Echte
demonstraties van zeil— en vistech
nieken zijn niet meer mogelijk, en die
taak heeft de Stichting op zich geno
men.
Na drie jaar begint er langzamerhand
een zekere routine te ontstaan, de or
ganisatie gaat steeds beter draaien. Er
waren in de eerste drie jaar enkele
verschuivingen in, en aanvullingen op
het bestuur.
Als gevolg van aanloopkosten en een
nog wat zwakke doelmatigheid waren
de kosten van de stichting aanvanke
lijk nogal hoog. Van aanloopkosten is
nu geen sprake meer, en ook de doel
matigheid is verbeterd. De schulden
van de stichting daalden tot hfl 85.000.
Renteloze leningen werden omgezet
in laagrentende (5%) leningen. Er is
duidelijk een gezonde financiële basis
aan het ontstaan, waardoor het eigen
vermogen en daarmee de mogelijkhe
den tot restauratie toenemen. Nood
zaak is hiervoor wel dat het huidige
inkomensniveau (uit exploitatie, spon
sors en donateurs) gehandhaafd
wordt.
Een beetje ''vooruitblikken" bij een
terugblik is eigenlijk onvermijdelijk:
Kontakten met andere behoudsorgan-
isaties groeien gestaag. De opleiding
van schippers kreeg vorm door de or
ganisatie van een uitgebreide cursus
"varen met platbodems", zodoende
kweken we ook opvolging en aan
vulling van bemanning van de
hoogaarzen. Een hoogtepunt in het
bestaan van de stichting is toch wel de
uitgave (in november 1993) van het
boek over de Arnemuidse hoogaars,
geschreven door dé expert op dit ge
bied, de heer J. van Beylen. Elders in
deze speciale uitgave van "CON
SENT" besteden we hier uitgebreid
aandacht aan. We verwachten hier
door een verdere toename van de be
langstelling voor de stichting.
Al met al hopen we toch te bereiken,
dat een ieder de hoogaars kent of
herkent als een waardevol stuk histo
rie, dat op deze manier behouden
blijft. Ook een volgende generatie
mag er zo weer concreet mee kennis
maken, en ook werkelijk meevaren.
Het feit, dat de YE 36 een echt schip
is van "toen", en geen nagebouwd
vaartuig, geeft hieraan een zo zuiver
mogelijke en educatieve vorm! Uit
vele tekenen blijkt dat we op de goede
weg zijn. In een klimaat, waarin
fondswerving steeds moeilijker
wordt, lijkt de bereidheid om de stich
ting te steunen toch toe te nemen. Met
steun van onze medewerkers, dona
teurs en sponsors blijven wij ons in
zetten voor deze bijzondere schepen.
Wouter van de Loo