De vis wordt duur betaald
De verongelukte hoogaars ARJII. 25.
22
P.J. Huijbrecht
Wij hebben de hoogaars leren waarderen als een mooi vaartuig maar bovenal als een schip met
een lange staat van dienst.
De schepen zijn letterlijk voor het vervoer van alle soorten goederen, dieren en mensen gebruikt.
De grootste bekendheid kreeg het schip als vissersvaartuig in de zuid-westelijke delta van ons
land. Het werd gebouwd in een aantal modellen, afhankelijk van het werk dat er mee verricht moest
worden.Voor de visserij in de zeegaten, werd o.a. het Arnemuidse model gebruikt, met een grote
zeeg en sterk ingebroken bovenboorden. Een schip om het water buiten te houden.
De schepen gebruikt om te laden hadden veel minder zeeg en bijna rechtopstaande
bovenboorden. Zij werden op veel zeeuwse werven gebouwd. En tenslotte, doch niet te vergeten,
de z.g. Kinderdijkse hoogaars welke o.a. in Lekkerland werden gebouwd.
Vanzelfsprekend zijn er ongelukken met deze vaartuigen gebeurd, vooral in de visserij zijn er
"rampen" geweest die ook nu nog tot de verbeelding spreken.
Het mag als bekend verondersteld worden dat een platbodem vaartuig in het algemeen, waaronder
de hoogaars, geen zeewaardig schip is. Als het schip dwars in de hoge zee komt is er grote kans
dat het vervuld of onderste boven wordt gerold, doordat de zeeën aan bovenlij onder het berghout
en onder het vlak komen. De vissers wisten dat en probeerden in een dergelijke situatie hun
hoogaars recht voor de wind te krijgen en te houden. Het spriettuig, dat niet geheel kon worden
gestreken, was daarbij een grote tegenwerkende factor en maakte dit bij storm schier onmogelijk.
Op 11 september 1903 gebeurde zo'n ongeluk waarbij 13 vissers het leven lieten. Negen vrouwen
werden weduwe en 25 kinderen misten hun vader.
De schepen waren onverzekerd, daarvoor ontbraken de financiële middelen en het woord
bijstandswet moest nog worden uitgedacht. Daarom werd naar aanleiding van deze ramp een
steunactie begonnen t.b.v. de weduwen en wezen, door verkoop van een ansichtkaart met opdruk:
"De verongelukte hoogaars ARM 25.
Van deze scheepsramp is een ooggetuigeverslag bewaard gebleven, opgetekend door J.Siereveld
naar mededelingen van A.van de Gruijter en J.Meerman, schippers van respectievelijk de ARM 12
en de ARM 47.
Aangehouden is het taalgebruik en de stijl welke in het geschrift is gebruikt.
Het ooggetuigeverslag van de
vaartocht van de ARM 12 ARM 19,
ARM 22, ARM 25 en ARM 47
L.S. Men beschouwe deze korte
schets van die vreeselijke ramp niet
als te zijn geschreven door geleerde
mannen, maar door eenvoudige
visscherslieden. Voor de
tekortkomingen in taal en stijl gelieve
de geachte lezer of lezeres eenige
toegevendheid te gebruiken.
De schrijver J. SIEREVELD.
De maand september van het jaar
1903 zal ongetwijfeld nog lang in
herinnering blijven voortleven in ons
eenvoudige vissersdorp
Arnemuiden.
In die Septembermaand toch werd
ons dorp door eene vreeselijke ramp
geteisterd.
Drie vissersvaartuigen of
hoogaartsen vergingen en dertien
personen vonden hun graf in de
golven.
Om de herinnering daaraan levendig
te houden, wil de schrijver
J.Siereveld, in korte trekken de
geschiedenis daarvan mededeelen.
Donderdag 10 September verlieten
vijf visschersschepen uit Arnemuiden
de haven van Veere, maar moesten
vanwege het slechte weder de haven
van Colijnsplaat binnenloopen. Deze
haven werd door hen verlaten,
vrijdagmorgen te ongeveer half acht
ure.
Wel woei er eene flinke koelte, maar
men meende, dat men daarvoor niet
moest blijven liggen, maar trachten
zooals gewoonlijk voor vrouw en
kinderen het brood te verdienen.
Niemand dacht dan ook aan eenig
gevaar.
Nauwelijks was men echter aan boei
nummer 10 aan de Roompot, of er
kwam eensklaps een vliegende
orkaan opzetten uit het Noord
Westen, zoodat de schippers
trachtten hun vaartuigen voor de
wind te krijgen, op hoop van een
schuilplaats te vinden in de
23
Zandkreek. Dit mislukte echter, daar
de storm in hevigheid toenam en de
woedende baren zóó hoog stegen,
dat zij hun vaartuigen geen meester
konden blijven.
Schipper A.v.d.Gruijter bemerkte het
eerst de storm en wierp dadelijk zijn
vaartuig voor den wind, bergde
dadelijk zijne zeilen en stuurde koers
naar bovengenoemde schuilplaats.
Hem volgde in denzelfde koers
schipper Jac.Meerman, Blaas de
Nooijer en K.v.d.Ketterij, die evenals
eerstgenoemde schipper hun
vaartuigen voor den wind lieten
gaan. Ook hun kameraad Jan de
Nooijer volgde hen, die echter, daar
het uitzicht belemmerd werd door
den hevige storm en de dikke
regenwolken, uit het gezicht
verdween.
Schipper A.v.d.Gruijter en
J.Meerman vermoeden, dat zij een
schuilplaats hebben willen zoeken in
de haven van Zierikzee, maar op hun
tocht derwaarts in de golven zijn
omgekomen.
De bemanning bestond uit den
schipper J.de Nooijer Lz., P.de
Nooijer, broeder van den schipper,
P.van Belzen en C.Schroevers.
Daar de storm bleef woeden, scheen
ook voor de overige schippers de
hoop voor behoud naar de
Zandkreek verloren te zijn, want voor
zij daar waren werd de toestand
onuithoudbaar.
De schipper van de ARM 25
K.v.d.Ketterij, kreeg het te kwaad, hij
kon zijn vaartuig niet voor de wind en
de zee houden. Hij werd dan ook met
zijn schip in 't gezicht van ARM 47
J.Meerman een prooi der golven.
De schipper van de ARM 25 en zijn
broer stonden nog aan het roer terwijl
het schip reeds zinkende was. De
matroos S.v.d.Schelde stak zijn
handen nog uit om redding naar den
schipper van ARM 47 die hem aan
stuurboord passeerde.
Er was echter geen denken aan, om
te probeeren hulp aan te brengen,
daar zij elk oogenblik het zelfde lot
verwachtten.
De bemanning van de ARM 47 zag
ook nog dat de jeugdige Gerard van
de Ketterij, een neefje van den
schipper, nog zijn leven wilde redden
door in den mast te klimmen, maar
ook vruchteloos: allen kwamen om.
Geen tien minuten later of de
bemanning van de ARM 47 zag ook
de ARM 19 in een oogenblik in de
diepte wegzinken en de geheele
bemanning in de golven omkomen.
Waarde lezers, U zult eenigzins
kunnen begrijpen, wat er in het hart
van de bemanning van de ARM 47
omging, nu ze, zonder hulp te
kunnen aanbrengen, door hunnen
makkers voor hunnen oogen,
moesten zien omkomen en
bovendien met hetzelfde gevaar voor
oogen.
leder meende dan ook, dat straks het
hun beurt zou zijn.
Wat een gedachten zullen door hun
ziel zijn gegaan, nu zij daar stonden
met den dood voor oogen. Voor hen
Museumhaven zierikzee
Museumhaven zierikzee