Met TH 21 op kreeften vangst
/lib
In 1906 waren vissers van Texel naar
Zeeland gekomen om roggen te
vangen. Dat gebeurde met staande
netten met heel grote mazen, warnetten.
De netten werden op dezelfde manier
gezet als de netten voor de botvisserij,
langs de kant van slikken of oevers,
zodat de eb er door ging en ze droog
vielen. Tot hun verbazing vingen de
Texelaars veel kreeft. Zeeuwse vissers
keken dit snel af en gingen op deze
toch handiger manier op kreeft vissen.
Na 1906 nam de kreeftenvisserij in
Zeeland een grote vlucht. Er werd
gevist met de pas ontdekte netten en
met korven. In de jaren tussen 1906 en
1930 steeg de kreeftenvangst explosief.
In de hoogtij jaren ving men 7000 tot
8000 kg per jaar. In de jaren 30 liepen
de vangsten terug, waarschijnlijk door
overbevissing. Heel langzaam herstelde
de kreeftenpopulatie zich daarna.
De winter 1962-1963 werd een ramp-
winter voor de kreeftenvisserij. De
watertemperatuur daalde tot twee
graden onder het vriespunt en bijna alle
kreeften vroren dood. Daarna duurde
het tot ruim in de 80er jaren voor er
weer op kreeft gevist kon worden.
Door de afsluitingen in het Deltagebied
werd het leefgebied van de kreeften
verkleind. Met het gevolg dat in 2001
nog maar door drie vissers op kreeft
gevist wordt.
Kreeftenvangst
Op kreeften wordt gevist met netten en
met korven. De vangst en vangstme
thoden zijn streng gereguleerd. De netten
zijn van dun draad geknoopt, met een
minimummaas wijdte van 15 cm.
De korven waren aanvankelijk van
wilgentenen gemaakt. Al snel werden
dat korven van bandijzer bespannen
met kippengaas meestal rond, in
Yerseke ook vierkant. De korf werd
voor het visseizoen - de teelt - in teer
gedompeld, na de teelt nog een keer.
Tegenwoordig wordt een teervervan-
gend product gebruikt voor het metaal
en is het ijzergaas van een kunststof
laag voorzien. Ook mag er in een korf
maar één keel, een taps toelopende
ingang, zitten. De netten worden zo
uitgezet dat de kreeften er bij laag
water in of achter gevangen zitten. De
kreeft moet heel voorzichtig uit het net
gehaald worden want de poten breken
makkelijk af. De korven worden met
lijnen aan de hoofdlijn, de reep, vastge
maakt. Een reep is ongeveer 100 m.
lang en wordt met twee ankers vast
gezet op de bodem om strak gespannen
te kunnen worden. Op beide ankers is
een boei vastgemaakt. Een met een
vlaggetje aan de vloedkant, een met
een merkteken van de visser aan de
ebkant. Aan de reep komen zo'n 25
korven die op de bodem liggen. Als aas
wordt visafval gebruikt. Vroeger werd
wel aas in potten gedaan die dan in de
korf gingen. Kreeften zijn nieuws
gierig, die komen op dat geblikker af.
De toegestane minimummaat van een
gevangen kreeft is 11 cm. tussen kop
en borststuk. De korven worden eens in
de 4 a 5 dagen geleegd. Op de TH 13
worden de gevangen kreeften voor ze
naar de vaste afnemer gaan, in de beun
bewaard. Soms ook in kisten met klap
pers, zeewier. Voordat de kreeften voor
consumptie geschikt zijn worden ze
eerst verwaterd. In kreeftenparken
waar ze meerdere dagen in stromend
en gefilterd water van 6,5 graden
Celsius liggen. Kreeftenparken waren
er onder andere in Yerseke, Bergen op
Zoom en Tholen. Na de afsluiting, het
graven van het Schelde-Rijnkanaal en
het bouwen van de nieuwe brug, alle
maal rond 1970, is het kreeftenpark in
Tholen opgehouden te bestaan. De
vader en oom van Jo Bogert waren
degenen die daar hun eigen kreeften en
ingevoerde buitenlandse kreeften in
verwaterden. In betonnen bakken met
houten luiken. In 1927 wordt in het
jaarverslag van de Zeeuwse Stromen
de TH 13 al vermeld, als in mei
vertrekkend naar de percelen onder
Ouwerkerk. In 2001 is de 13 weer
uitgevaren, en niet voor de laatste keer.
De belangstelling zit in de familie, een
volgende generatie Bogert dient zich
alweer aan.
vfï
W?/"
Jv:J
27
Bonnie Joosse
In maart 2001 werden de deknaden
van het model van de hengst TH 21
gebreeuwd. Daarmee voltooide Han
Reijnhout de bouw van het model
waar hij sinds 1997 aan gewerkt had.
Behalve dit model maakte hij ook het
complete verhaal van de kreeftenvis
serij schaal 1:10 na: de visserman, de
bijboot, de attributen, zoals korven,
riemen, staken, handspaken, en alle
toebehoren!
De hengst TH 21
In 1906 is de hengst 'Johanna' gebouwd
bij scheepswerf 'Moed en Trouw' van
de firma Verras in De Paal in Zeeuws
Vlaanderen, in opdracht van C. Sinke
J.zn te Yerseke. Op 8 augustus 1906
heeft het schip een meetbrief gekregen
(kosten f 1,50). De scheepsmeter maakt
melding van tuig en provisiën wegende
ongeveer negenhonderd kilogram en
omvattende vier ankers, twee meer
touwen, twee lijnen, een tros, verschil
lende touwwerken, een grootzeil, een
stagfok, een jager, twee pompen, twee
loopplanken, een watervat, meubelen
en keukengereedschap, brandstoffen en
ander klein gereedschap.
In 1911 werd het schip verkocht naar
A.J. Schot te Tholen en omgenummerd
tot TH 21 'Elisabeth Joziena'. De
familie Schot heeft met de 21 tot ver in
de 50er jaren met Tholen als thuishaven
gevist. Alle Schotten hebben op de 21
leren zeilen en de herinneringen aan het
schip worden gekoesterd. Het schip is
gebruikt voor alle soorten vangsten,
ook voor de kreeftenvisserij. Tenslotte
is het schip uit de visserij gegaan en
verkocht aan een Engelsman.
Expositie
Bent u inmiddels voldoende opge
warmd voor de kreeftenvisserij?
Helaas, de TH 21 is niet meer, maar het
model en het hele verhaal over de
kreeftenvisserij is door Han Reijnhout
weer tot leven gebracht in het museum
De Meestoof te Sint-Annaland.
Een bijzondere expositie ingericht, die
u zeker niet mag missen!
Het museum is geopend van dinsdag tot
en met zaterdag, van 14.00 tot 17.00 uur.
Toegansprijs f 3,~, kinderen f 1,50
,iv'\
- -N
V
-
f»» -
^,V' iTS
V
V"."
Jft.tr-
Kreeftenvisserij
CONSENT NR. 17, VOORJAAR 2001