De schepen.
1940-1978
Mosselzaad uit België
Waarom verhuisde Victor Wijne
ooit naar Harlingen?
6 CONSENT NR. 26 VOORJAAR 2010
De YE 170 (ooit een palingbootje uit Rupelmonde) zou verkocht zijn naar
Den Oever en werd er geregistreerd als Wieringen 17
De YE 62, gebouwd in 1930, het "nieuwe schip" van Sinke, is onherkenbaar
herbouwd tot jacht, ligplaats Yerseke.
De YE 23, het eerste scheepje van Philipse werd in de Tweede Wereldoorlog
naar Philippine verkocht om op kokkels te vissen. Dit gebeurde meestal aan
paalhoofden. Dit schip werd vernield door een mijn, mogelijk een landmijn.
De YE 199 was tot in de jaren zestig actiefin de visserij. Werd nadien (zonder
motor) aan een particulier verkocht die er een drijvende vakantiewoning van
maakte. Later werd het schip verbouwd tot jacht en kwam na nog drie keer
van eigenaar te zijn veranderd in 1999 in bezit van Tolerant.
In de loop van de jaren dertig ging het wat minder met de
verkoop. De crisisjaren waren in 1929 begonnen. Maar de men
sen waren inventief. In praktisch iedere winkelstraat in Frankrijk
was er wel een viswinkel. Ze begonnen dus ook aan die vis
winkels te leveren. En: dat gebeurde met een camion (vracht
wagen) die de vissers zich hadden aangeschaft. Het schip voer
zijn gekende route tot in Gent. De camion nam de overzet over
de Westerschelde en op maandagavond werden wel zo'n 40
a 45 zakken mosselen (van zo'n 83 kg!) met een bok uit het
schip gelicht en op de camion gezet. Aan de ene kant van de
camions stond de vermelding "Gebroeders Sinke" en aan de
andere kant "Sinke Frères". Zo reden ze naar de grens: gemid
deld een uur oponthoud voor de douaneformaliteiten en dan
ging het Frankrijk binnen om te gaan leveren aan de viswin
kels. De schepen voeren ondertussen als vanouds door naar
hun Franse haven en eventueel kon er onderweg nog eens
van de lading "geschept" worden voor verdere bevoorrading
van de winkels.
Die ene camion was uiteindelijk niet voldoende, uiteindelijk
werd er ook beroep gedaan op Belgische transportfirma's.
Soms stonden er wel vijftig vrachtwagens aan de grens.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was Philipse op
de Duitse Wadden. Het is een boeiend verhaal: hoe hij daar
werd vastgehouden, weer in Zeeland geraakte, tolkte voor het
Franse leger, Engelandvaarder werd zonder zeekaart met een
oude Belgische kotter en een loopbaan bij de marine kreeg.
Maar: dat is een ander verhaal.
Na de oorlog ging hij terug in de visserij - maar er werd nau
welijks nog op Frankrijk gevaren: de camions hadden het ge
wonnen.
Bij de watersnood in 1953 assisteerden vissers uit Yerseke de
Rijkspolitie om mensen te evacueren en voedsel te gaan ha
len.
Philipse had een zoon en een dochter. In 1978, toen hij 63 was
en te veel last kreeg met zijn been, nam zijn zoon het bedrijf
over. De zoon is op 1 oktober 2009 overleden.
Het was een hele ervaring om die gesprekken met Ferdinand
Philipse te voeren: een van die vele vissers die elk hun eigen,
unieke verhaal hebben.
Volgens Jules Van Beylen 2000), oud con
servator van het Nationaal Scheepvaartmu
seum te Antwerpen
"op Yerseke": ja, dat zeggen ze daar. Dus
niet "te Yerseke" of "in Yerseke". Je woont op
Yerseke, je bent geboren op Yerseke, je werkt
op Yerseke. Misschien was Yerseke ooit een
eiland. Dan klopt die uitdrukking wel, want
je woont op een eiland. Overigens wordt de
term ook gebruikt in combinatie met varen:
"er werd op Roubaix gevaren". In Vlaamse
dialecten wordt die manier van zeggen ook
wel gebruikt: zo kan iemand "op" Rupel
monde of De Paal wonen.
(foto 3)
links de YE23, waarmee Philipse in 1934 zijn eigen
mosselhandel begon. -
foto: archief van F. Philipse
In 1934 is Philipse zelfstandig geworden. Hij kocht zijn eigen
scheepje, (foto 3) de YE 23, en voer met zijn broer op Saint-
Amand-Les-Eaux. Dit was zo'n 4 km voorbij de Franse grens,
nabij Rijssel en Valenciennes.
De handel op Frankrijk eindigde abrupt met de Tweede We
reldoorlog in 1940.
(2)
CONSENT NR. 26 VOORJAAR 2010 7
(foto 4)
de YE 170 in 1927: het is voor en
achter, soms met emmertjes,
aanschuiven om mosselen te kopen.
foto: archief van F. Philipse
Ferdinand Philipse heeft voor de oorlog ook nog de
tijd meegemaakt dat er nog geen IJsselmeer, maar wel
een Zuiderzee bestond. De tochten om mosselzaad
hoefden in die tijd dus ook niet zo ver, tot de Wadden
zee te gaan.
Maar ook vissers uit het Belgische Boekhoute brachten
mosselzaad aan: die hadden het alleenrecht om op
mosselzaad te vissen aan de Belgische kust.
Hij herinnert zich dat die mosselzaad kwamen bren
gen. Ze noemden dat toen "paalzaad". Van een goede
kwaliteit en met een harde schelp. Die haalden ze dan
vooral van de staketsels en de dammen die in zee
staken. In Zeebrugge werd een hengst daarom ook
wel een "mosseldief" genoemd. Die Boekhoutenaren
hadden zo hun vaste klanten. Er werd dan getelefo
neerd en dan kwamen ze met hun hengstje. Er werd
meestal afgesproken aan de sluis te Wemeldinge (aan
de noordkant van het Kanaal door Zuid-Beveland) om
dan te gaan zaaien op de goede mosselpercelen. Daar
kwamen toen "harde mossels" van. Meestal keerden
de Belgen direct terug maar soms meerden ze ook
nog wel eens af te Yerseke: "voor het geld". Die handel
is uiteindelijk doodgebloed (economisch niet meer
interessant voor die van Boekhoute of voor die van
Yerseke?). Maar: misschien een idee voor vandaag - er
mag nu niet meer onbeperkt mosselzaad worden
gehaald op de Wadden. En misschien hebben die van
Boekhoute nog wel hun exclusief recht om mossel
zaad te vissen aan de Belgische kust?
Een andere vraag waar we mee zaten.
De eerste eigenaar van D'n Bruinen, Victor Wijne
besloot ooit, door het dichtslibben van de Braakman,
om te emigreren van Philippine naar Harlingen, aan de
Waddenzee. Helemaal in het noorden van Nederland.
Hij deed die verhuizing, met al zijn bezittingen, vrouw
en kinderen met zijn schip. Waarom niet naar Yerseke,
zoals de meesten deden? Volgens Philipse waren er die
"niet op Yerseke wilden zijn". En uit Harlingen kwamen
er ook mooie beloftes over goede faciliteiten. En inder
daad: Victor Wijne betrok er een mooie woning, anders
dan zo'n klein huisje op Yerseke. En: op de Waddenzee
waren er ook mosselpercelen. Maar een jaar later had
hij het in het verre Friesland al bekeken: hij verkocht zijn
schip naar Yerseke en begon een herberg in Zeeuws-
Vlaanderen.